Een muur bestaat uit een buitenmuur (buitenblad) en een binnenmuur (binnenblad) met daartussen de eigenlijke spouw, een holle ruimte. Die holle ruimte wordt meestal al dan niet gedeeltelijk opgevuld met isolatiemateriaal. Het binnenblad wordt opgetrokken uit (isolerende) snelbouwstenen, argex- of cellenbeton, betonblokken, silicaatsteen, … Voor het buitenblad worden meestal gevelstenen gebruikt.
Evacuatie van het water
Het voornaamste doel van de spouw is het binnenkomende regenwater op te vangen. Het buitenblad is vrijwel nooit waterdicht. Er kan bijna altijd water in de spouw binnendringen. Daarom moet er een waterkerende laag aangebracht worden aan de voet van de muur en boven de lateien. Die laag kan bestaan uit roofing maar tegenwoordig worden daar vooral kunststoffolies voor gebruikt.
Breng boven die laag enkele openingen aan om het eventueel binnengedrongen water naar buiten af te voeren. Dit doe je door bepaalde stootvoegen tussen de bakstenen niet met mortel te vullen. Bij dampdichte muren (geverfd of in geglazuurde bakstenen) zijn ventilatieopeningen noodzakelijk. Bij dergelijke muren kan het binnenkomende water niet meer terug naar buiten en dus moet het droogproces in de hand gewerkt worden door de spouw te ventileren.
Geventileerd of niet?
Als de spouw volledig gevuld wordt met isolatiemateriaal spreekt men van een niet-geventileerde spouwmuur. Bij een geventileerde spouwmuur blijft er een luchtspouw vrij tussen het isolatiemateriaal en het buitenspouwblad. Qua bouwfysische eigenschappen zijn de twee types van spouwmuur nagenoeg identiek.
Werken met een volledige spouwvulling biedt het voordeel dat je makkelijker een correcte uitvoering kan realiseren. De isolatieplaten worden immers door het binnen- en buitenspouwblad op hun plaats gehouden. Bovendien kan er meer isolatiemateriaal aangebracht worden dan bij een gedeeltelijke spouwvulling. Door deze methode kan je convectie door valse spouwen voorkomen. Die valse spouwen kunnen ontstaan wanneer omwille van brokstukken en specieresten de isolatiematerialen niet nauw aansluiten tegen het spouwblad.
Meestal opteert men toch voor geventileerde spouwmuren. Dat is trouwens noodzakelijk wanneer het buitenspouwblad bestaat uit dampdichte materialen (natuursteen, gevelstenen geverfd met dampdichte verf, gevels die beschermd worden door een waterdichte beschermingslaag, bepaalde sierpleisters, geglazuurde steen, ...) of uit niet-vorstbestendige materialen (vb. betonnen metselblokken of architectonisch beton).
Vergeet waterkerende laag niet
Een waterkerende laag is belangrijk om opstijgend vocht af te remmen en het water dat in de spouwmuur binnendringt te evacueren. Plaats een waterkerende laag op de eerste rij stenen van het bovengrondse metselwerk. Doe dit zo dat de waterkerende laag vanuit het binnenspouwblad naar buiten afloopt zodat zij onder de gevelsteen van het buitenspouwblad uitmondt in een lager gelegen voeg. Idem voor lateien en liggers.
Wees voorzichtig aan de hoekverbindingen. De waterkerende laag mag nergens onderbroken worden. Je kan eventueel ook gebruik maken van speciale hoekstukken. Door gebruik te maken van verbindingshoeken bespaar je je heel wat snij- en plooiwerk om de dichtingsbanen aan hoeken en kanten waterdicht te verbinden