De fundering, de kunstmatige ondergrond waarop je huis rust, dient om verzakkingen te voorkomen. Afhankelijk van het type constructie en de eigenschappen van de bouwgrond, kunnen verschillende soorten funderingen toegepast worden.
Soorten funderingen
Om te bepalen welke soort funderingen nodig zijn, maakt de ingenieur een studie op basis van een grondonderzoek en van de plannen van je woning. De aannemer baseert zich voor de prijsberekening op de plannen van de architect en de berekeningen van de stabiliteitsingenieur. De aard van de grond is in grote mate bepalend voor het te gebruiken funderingstype.
1. Rechtstreekse fundering (fundering op staal)
Een rechtstreekse fundering wordt het meeste toegepast. Het is een ongewapende fundering waarbij met stortbeton een verbrede zone gemaakt wordt onder alle op te trekken muren. De berekening van de dikte van de verbrede zones is belangrijk: een brede muur die een grote last moet dragen, heeft meer ondersteuning nodig dan een dun binnenmuurtje.
2. Strokenfundering
Het verschil met een rechtstreekse fundering? Bij een strokenfundering gebruik je gewapend beton in plaats van stortbeton. Hier is minder materiaal voor nodig omdat gewapend beton sterker is. Het nadeel? Gewapend beton kost meer.
3. Fundering op palen of putten
Bevindt de dragende grond zich dieper dan 5 meter? Dan is een dieptefundering nodig, zoals dat gebeurt bij moerasgronden of op aangevulde grond. Op belangrijke dragende punten van de te bouwen woning worden de zogenaamde funderingspalen of -putten op een grote diepte in de grond geschroefd, geheid of geboord. Het resultaat: een zeer degelijke, maar kostelijke fundering.
4. Algemene funderingsplaat (zwevende vloerplaat)
De zwevende vloerplaat is net als de dieptefundering een oplossing in waterachtige gebieden als de draagkrachtige grond erg diep zit. Het woord 'zwevend' duidt op het feit dat de vloerplaat, uitgevoerd in gewapend beton, niet ondersteund wordt door fundamenten, maar rechtstreeks op de grond gestort wordt. Een zwevende vloerplaat wordt vaak aangeraden als je op volle grond bouwt (dus zonder kelder of kruipkelder).
Je kan een zwevende vloerplaat wel combineren met een kelder. In theorie moet dan de kelder de volledige oppervlakte van het gebouw bestrijken, maar in de praktijk zijn ook kleinere kelders mogelijk, zolang ze dragend zijn en een zekere belasting kunnen torsen.