Doordat isolatie en luchtdichtheid een steeds belangrijkere rol spelen bij nieuwbouw, stijgt ook de nood aan een goede ventilatie. Luchtcirculatie zorgt immers voor een gezond binnenklimaat door ‘vervuilde’ lucht te vervangen door nieuwe, verse lucht. De lucht in een woning raakt vervuild door blootstelling aan verschillende vervuilingsbronnen: zweet, ademhaling, huisdieren, onderhoudsproducten, …
Ook bepaalde bouwmaterialen zoals verf en lijm veroorzaken een beperkte afgifte van schadelijke stoffen. Vocht is eveneens een vervuilingsbron. Als deze verontreinigde lucht niet wegraakt, zijn hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid of zelfs ademhalingsklachten het gevolg.
Wettelijk verplicht
Daarnaast zijn er ook kwalijke gevolgen voor het leefcomfort: geurhinder, ongedierte, condensatie en schimmels. Daarom is ventileren ook wettelijk verplicht. De B in EPB-eisen staat immers voor ‘binnenklimaat’. Deze binnenklimaateisen houden in dat je het risico op oververhitting in de zomer moet beperken en in minimale ventilatievoorzieningen moet voorzien.
Hoe zat het vroeger?
Waarom is het concept ventileren zo belangrijk geworden dat het in de EPB-eisen werd opgenomen, terwijl er vroeger amper aandacht werd aan besteed? Dat komt omdat in oudere woningen de ventilatie op een ‘natuurlijke’ manier gebeurde via naden en kieren. Door de matige luchtdichtheid van oude gebouwen is er voldoende luchtcirculatie zonder daar speciale maatregelen voor te treffen.
Isoleren is gecontroleerd ventileren
Nu de EPB-eisen een betere isolatie en strengere luchtdichtheid voorschrijven, zijn luchtlekken in nieuwbouw (zo goed als) verleden tijd. Om toch een gezond binnenklimaat te garanderen, is het belangrijk dat we op een andere manier gaan ventileren. En zo komt gecontroleerde ventilatie op de voorgrond: met ventilatiesystemen zelf bepalen waar, wanneer en hoeveel lucht je aan- en afvoert.