Bij een niet goed werkende centraleverwarmingsinstallatie schort er meestal iets aan de hoeveelheid lucht en water in het systeem. Als radiatoren bijvoorbeeld maar half warm worden, of borrelende geluiden maken, dan zitten er luchtbellen in de verwarmingsleidingen en radiatoren. Daarom is het goed dat je je radiator af en toe ontlucht, en opnieuw met water bijvult.
Materiaal: | Gereedschap: |
---|---|
|
|
Stap 1: systeem voorbereiden
- Laat de verwarmingsketel minstens een kwartiertje werken en draai alle radiatoren op de maximumstand. De overtollige lucht verzamelt zich nu bij de ontluchtingsventielen.
- Schakel de warmtevraag uit en wacht tot de circulatiepomp stilvalt.
Stap 2: radiator ontluchten
- Ontlucht een voor een al je radiatoren. Begin op de benedenverdieping en werk systematisch naar boven toe. Zorg er wel voor dat er altijd voldoende waterdruk op de installatie zit. Indien nodig kan je er langzaam wat water bij doen.
- Klem het ontluchtingssleuteltje rond het vierkante staafje. Draai de sleutel linksom tot er water (waarschijnlijk vies water) uitkomt. Zorg daarom dat je een vod bij de hand hebt.
- Doe dit bij alle radiatoren in huis.
Stap 3: systeem bijvullen
- Schakel de pomp in en controleer op de manometer of de waterdruk nog hoog genoeg is. De wijzer van deze meter mag niet onder de 1 bar staan.
- De optimale werkdruk verschilt van systeem tot systeem, maar staat aangeduid op de meter in de groene zone.
- Draai de bijvulkraan open.
- Laat water in het systeem stromen en controleer ondertussen de druk op de manometer. Komt die overeen met de richtwaarden in de gebruiksaanwijzing van je verwarmingsketel, dan draai je de bijvulkraan weer dicht.
- Zet nu de verwarmingsinstallatie weer aan.
Tip: Geen zin om dit klusje regelmatig te herhalen? Als je een vuilafscheider en een luchtafscheider aan je ketel plaatst, hoef je je centrale verwarming bijna nooit meer te ontluchten.