Het seizoen voor buitenschilderklussen is opnieuw aangebroken. Maar voordat je aan de slag gaat met verfpot en -roller wijst Emiel Balliauw van verffabrikant AkzoNobel op de belangrijkste valkuilen.
1. Niet de juiste omstandigheden afwachten
“Het ‘verfseizoen’ loopt in Vlaanderen van eind april tot half september. In de herfst, winter of het voorjaar plan je beter geen schilderwerken buiten. Maar ook binnen het seizoen moet je de juiste omstandigheden afwachten. Luister naar het weerbericht: voer geen buitenschilderwerken uit bij aankondiging van buien en schilder nooit in volle zon of bij kans op nachtvorst. De temperatuur van het weerbericht wordt gemeten in de schaduw.
Het verschil met plaatsen in de zon loopt ’s zomers op tot 10 graden. Mijd tijdens het schilderen en een paar uur na de werken als de verffilm gevormd wordt ondergronden met een temperatuur hoger dan 25 of lager dan 10 graden. Schilderen bij temperaturen boven de 30 graden is vragen om problemen. Ook bij kans op mist of dauw schilder je beter niet, omdat de verf dan mat kan uitslaan.”
2. De ondergrond onvoldoende voorbereiden
“Vul gaten, spleten en aansluitvoegen op. Lakwerk moet je eventueel eerst schuren, zodat het oppervlak mooi effen is. Zorg voor een droge, schone en stofvrije ondergrond. Hij mag ook niet poederig zijn. Buitenmuren moet je minstens afstoffen met een borstel en liefst ook ontmossen. Hout en metaal moet je grondig ontvetten, maar gebruik hiervoor nooit white spirit.
Verwijder loszittende verfdeeltjes. Sterk loslatende verflagen neem je weg met een afbijtmiddel. Gevels in slechte staat kan je beter eerst laten zandstralen.”
“Schilder niet op een vochtige ondergrond. Los eerst de oorzaak van het vochtprobleem op en wacht tot de ondergrond droog is. Muren in steen hebben soms last van doorslaand regenwater. Met een hydrofobering, een kleurloze vochtwerende laag op siliconebasis, maak je die muren slagregendicht en vermijd je dat ze muren nat worden bij regen.”
3. De verkeerde verf gebruiken
“Op hout, metaal en pvc gebruik je lak. Voor baksteen, pleister, gipskarton en cellenbeton neem je muurverf. Zowel binnen de lak- als de muurverven zijn er voor de meeste klussen watergedragen producten, zonder milieubelastende solventen.
Let wel: watergedragen lakken zijn niet geschikt voor ijzer of staal buiten. Gebruik daarvoor een verf op oliebasis. Lakken op waterbasis (acrylaatlakken) zijn soepel en ademend en daarom ideaal voor hout. Op horizontale delen, waar regenwater kan blijven staan, zoals dorpels, breng je onder de lak op waterbasis toch best minstens één solventgedragen grondlaag aan.
4. Geen grondlaag aanbrengen
“Behandel elke ondergrond eerst met de juiste primer. De algemene basisregel: breng altijd één laag primer aan en vervolgens twee afwerklagen. Sommige verven wijken af van deze regel, maar dat staat dan duidelijk uitgelegd op de verfpot.”
5. Een goedkope borstel of rol gebruiken
“Een goede borstel of verfroller neemt veel verf op en zorgt ervoor dat je de verf rijkelijk kan aanbrengen zonder ‘aflopers’. Gebruik voor buitenmuren een speciale roller voor met extra lange vezeltjes van 18 mm. Gebruik voor lak een lakroller. Voor watergedragen lakken zijn er aangepaste borstels en rollen voor een zo glad mogelijk resultaat.”