Stopcontacten zijn in tegenstelling tot leidingen en stroomkringen de ‘zichtbare’ elementen van je elektrische installatie. Het aantal stopcontacten en de plaatsing ervan bepalen voor een groot stuk het elektrisch comfort in je woning.
Besparen is niet altijd een goed idee
Ga per leefruimte na hoeveel stopcontacten je minimum nodig hebt. Hou er rekening mee dat het tijdens de ruwbouwfase gemakkelijker en goedkoper is om een bijkomend stopcontact bij te plaatsen dan wanneer de afwerking achter de rug is. Spring dus niet te zuinig om met het aantal stopcontacten, of voorzie tenminste wachtbuizen in de muren, zodat het breekwerk bij uitbreidingen beperkt blijft.
Extra aandacht voor keuken en berging
Heel wat bouwheren komen in de verleiding om te besparen op het aantal stopcontacten, maar vooral in de berging en keuken is dat geen goed idee. In deze twee ruimtes bevinden zich immers heel wat elektrische apparaten. Zorg in de keuken zeker voor voldoende stopcontacten bij het werkvlak.
Voorzie ook in de bureau en living voldoende stopcontacten om respectievelijk computer, laptop, telefoon, printer en televisie, dvd-speler, digibox, … van stroom te voorzien.
Maximaal acht stroompunten
Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties AREI schrijft voor dat je per stroomkring maximaal acht stroompunten mag aansluiten. Zowel een verlichtingspunt als een enkelvoudig en een dubbel stopcontact gelden als één stroompunt.
Het is niet omdat acht het maximum is, dat elke kring ook effectief uit zoveel punten moet bestaan. Toestellen met grote vermogens verspreid je best over twee of meerdere kringen.
Nog meer richtlijnen
Voor een ruimte met een ‘droge vloer’ als vast tapijt of parket, moet er minstens 15 cm tussen de stekkergaatjes van de contactdoos en de vloer zitten. In lokalen met een ‘vochtige vloer’ zoals tegels, of een vloer die met water wordt geschuurd, moeten de stopcontacten op een hoogte van 25 cm geplaatst worden. Als je stopcontacten in de vloer wil, moeten het speciaal hiervoor ontworpen varianten zijn.
CEBEC-keurmerk
Alle stopcontacten moeten een aardingscontact hebben en ‘kindveilig’ zijn. Op die manier wordt foutstroom afgeleid en kunnen kinderen niets in de stekkergaatjes steken.
Ook al is enkel voor stopcontacten een CEBEC-keurmerk verplicht, ook voor ander schakelmateriaal is deze extra garantie mooi meegenomen. Elektrisch installatiemateriaal moet ook de CE-markering dragen. Deze garandeert dat het materiaal voldoet aan de Europese minimumeisen inzake veiligheid.