Hoe je binnenmuur isoleren?

Er zijn verschillende manieren om je binnenmuren te isoleren. Waarom kiezen voor isoleren langs binnen? Hoe doe je het en waar hou je best rekening mee? Wat zijn de voor-en nadelen van binnenmuurisolatie? We zetten je op weg en geven je nog enkele tips.

Waarom je binnenmuren isoleren?

Na-isolatie langs binnen is een delicate techniek die enkel interessant is als je de woning niet langs buiten of via de spouw kan isoleren door technische redenen. Een andere reden om deze techniek te gebruiken is de historische waarde van de gevel die onaangetast moet blijven. Of bij rijwoningen waar de grenzen van de woning (rooilijnen) strikt vastgelegd zijn.

Hoe je binnenmuur isoleren?

Om je binnenmuur te isoleren heb je twee opties. Of je isoleert de binnenmuur met voorzetwanden of met cellenbeton.

Optie 1: Binnenmuur isoleren met voorzetwanden

• Je plaatst voorzetwanden op een houten of metalen rooster dat verankerd is in de draagmuur, in de vloer en het plafond. De ruimte tussen de bestaande muren en de afwerkingsplaten vul je op met isolatiemateriaal.
• Tegen het isolatiemateriaal komt een dampscherm.
• Het gaat enerzijds om dampdichte platen uit bijvoorbeeld XPS of PUR die je tegen de muur kleeft. Anderzijds om dampopen materialen zoals minerale wol die je met stel- en regelwerk bevestigt en afdekt met een dampscherm. Er mag geen vocht in de isolatie dringen of condenseren tegen de buitenmuur.
• Voorzetwanden bieden de beste isolatiewaarde.
• Dampdichte systemen hebben een grote impact op het vochtgedrag van de muur. De muur wordt kouder en er zijn veel meer vorstdooicycli (sterke temperatuurschommelingen, red.), waardoor de kans op (vorst)schade toeneemt.
• Bovendien wordt de muur veel natter: hij is veel minder warm dan ervoor en kan niet meer naar binnen toe drogen. Dit laatste door het dampscherm, dat ervoor moet zorgen dat er geen vochtige binnenlucht terechtkomt in de isolatie of tegen de muur.
• Een voorzetmuur kan ook voor een goede akoestische isolatie zorgen.

Optie 2: Binnenmuur isoleren met cellenbeton

Je kan ook de binnenkant van je gevel isoleren met cellenbeton. Het grote voordeel is dat dit materiaal waterafstotend is. Je hebt dus geen dampscherm nodig en er is ook geen gevaar op koudebruggen wat een groot voordeel is.

• Als de muur voldoende effen is, kan je er platen tegen verlijmen.
• In het andere geval werk je met blokken en laat je een luchtspouw van zo'n 2 cm.
• Deze materialen isoleren minder goed, maar hebben veel minder invloed op het vochtgedrag van de wand. Denk aan isolatieplaten op basis van cellenbeton of houtwol. Ze bufferen vocht en geven het weer af. Een dampscherm is niet nodig. De binnenafwerking moet dampopen zijn, onder meer door speciale verf te gebruiken.
• Dampopen materialen kunnen niet altijd toegepast worden. Het risico bestaat dat ze vocht uit de buitenmuur onttrekken. Heb je steense muren, dan zit je met een dikte vanaf anderhalve steen goed. Het is eerder af te raden wanneer de muur slechts één steen dik is.

Dampdicht of dampopen isoleren?

Ben je bekommerd om het vochtgedrag van de woning? Dan is een dampopen systeem de beste keuze. Hiermee beperk je de kans op schade. Ideaal bijvoorbeeld als je houten vloerbalken hebt. Heb je een woning met betonnen vloeren en geen last van vorstschade of opstijgend vocht? Overweeg dan een dampdicht systeem voor de hogere isolatiewaarde.

Tip: eerst vochtproblemen oplossen!

Binnenisolatie gaat vaak gepaard met vochtproblemen. Sommige isolatiesystemen hebben een grote impact op het vochtgedrag van je muren. Daarom is een doordachte keuze van het systeem belangrijk en een goede plaatsing essentieel.

Je begint met een goede screening van je muren. Controleer ze op vochtplekken, vorstschade en opstijgend vocht. Los problemen op vóór je de muren langs binnen isoleert. Houten vloeren moet je ook grondig controleren. Zijn ze perfect droog? Of zie je al vochtplekken? In veel gevallen is er geen enkel probleem, maar haal er bij de minste twijfel een expert bij. Bij betonnen vloeren is het risico kleiner.

Tip: investeer ook in ventilatie en zonwering

Bij renovatie verbeter je vaak de luchtdichtheid van je woning. Terwijl koudebruggen bij binnenisolatie niet uit te sluiten zijn. Vermijd problemen door samen met de thermische verbetering ook ventilatie te voorzien. Een optie is om de ventilatieleidingen weg te werken achter de voorzetwanden van je isolatie. Met binnenisolatie valt het warmtebufferend vermogen van je buitenmuren weg. En stijgt het risico op oververhitting, plaats ook zonwering waar nodig.

5 aandachtspunten

1. De muur moet droog en waterdicht zijn en blijven. Bescherm en droog muren die blootgesteld kunnen worden aan slagregen vooraleer je langs binnen isoleert.
2. Om het risico op nieuwe koudebruggen te beperken, is het laten doorlopen van de isolatie op loodrechte wanden en vloeren een must.
3. Vermijd elke infiltratie van binnenlucht achter de isolatie in de voorzetwand. Bijvoorbeeld langs stopcontacten of schakelaars. Een dampscherm is noodzakelijk om de damp- en luchtdichtheid te verzekeren.
4. Een leidingspouw tussen het dampscherm en de binnenafwerking is aan te raden om de lucht- en dampdichtheid te waarborgen. Hierin kan je de leidingen en stopcontacten integreren.
5. Moet je het dampscherm doorboren, werk dit dan luchtdicht af met een geschikte afdichtingstape.
   
   

Wat zijn de voor- en nadelen van binnenmuurisolatie?