Gemeenschappelijk wonen, met behoud van je eigen privacy. Dat is het principe van cohousing.
Bij cohousing heeft elke bewoner een eigen huis en tuintje, maar deelt hij ook een aantal faciliteiten, zoals een gemeenschappelijke tuin, eetzaal of speel- en ontspanningsruimte voor de kinderen. Ideaal in zo’n gemeenschap is een mix van bewoners, zoals gezinnen met kinderen, koppels, singles en ouderen. Zo krijg je een groepsdynamiek waarin elke bewoner zijn rol kan vervullen.
Privacy gegarandeerd
Ten opzichte van andere gemeenschappelijke woonvormen heb je bij cohousing een duidelijke scheiding tussen je privéwoning en het gemeenschappelijk gedeelte. Je kan je altijd terug trekken in je eigen woning als je daar zin in hebt. Om die privacy te garanderen, blijft het aantal wooneenheden in zo’n project doorgaans beperkt tot maximum 34. Zo blijft elke bewoner ten volle betrokken bij de gemeenschap. Kleiner kan, maar dan is het wat complexer om gezamenlijke faciliteiten uit te bouwen.
Samen wonen, samen beslissen
Als je kiest voor cohousing, beslis je samen met de andere bewoners hoe je project er zal uitzien. Iedereen uit de bouwgroep heeft daarbij evenveel recht op inspraak. Pas als er een consensus is, zullen de werken van start gaan. Het tegenovergestelde dus van klassieke bouwpromotoren die eerst een project ontwerpen en het dan op de markt brengen. Belangrijk om in het achterhoofd te houden, is dat je het project altijd als groep zal moeten beheren. Goed, en vaak, overleggen met de andere bewoners is daarvoor essentieel.
Hoe zit dat juridisch?
Een wooneenheid kopen in een cohousingproject kan je juridisch gezien vergelijken met het kopen van een appartement. Wel zijn de gemeenschappelijke delen een stuk uitgebreider. Je woning verkopen of verhuren? Ook dat kan perfect, net zoals het afsluiten van een hypothecaire lening voor de aankoop. Wat wel verschilt van wonen in een appartement is de uitgebreidere basisakte. Elke maand komt de algemene vergadering samen om ieders betrokkenheid bij het beheer van het project te waarborgen.