Je woning verwarmen kan op verschillende manieren. Kies je voor een verwarmingsketel? Wij helpen je de juiste keuze maken.
Regelgeving
In 2015 trad de Europese Ecodesign-verordening in werking. Die legt minimumvereisten op voor verwarmingstoestellen zodat het energieverbruik en de CO2-uitstoot in Europa wordt teruggedrongen. De richtlijn geldt alleen voor nieuwe verwarmingstoestellen. Je bent dus niet verplicht om je bestaande installatie te vervangen.
Volgens de richtlijn moeten cv-ketels een energie-efficiëntie van minimaal 86% hebben, wat overeenkomt met een B-label. In de praktijk komt het erop neer dat er bijna uitsluitend condensatieketels en performante laagtemperatuurtoestellen geplaatst mogen worden. Een hoogrendementsketel zal in de meeste gevallen meestal niet meer voldoen aan deze eisen.
Soorten ketels
De nieuwe generatie ketels halen een hoger rendement, verbruiken minder energie en zijn minder vervuilend. Er zijn verschillende soorten ketels. Vervang je je oude ketel, dan is een condensatieketel aangewezen. Maar er zijn ook andere opties. Denk maar aan een combi-ketel of een cv-ketel op biomassa.
1. Condensatieketel
Condensatieketels halen een extra hoog rendement dankzij de terugwinning van de warmte in de waterdamp van de verbrandingsgassen. Die warmte verdwijnt normaal langs de schoorsteen. Omwille van het hoge rendement en de extreem lage uitstoot van scoren deze ketels ook ecologisch zeer goed. Zowel bij gas- als bij stookolieketels wordt dit principe toegepast.
De eenvoudigste manier om zeker te zijn van een goede condenserende werking, is gebruik maken van een warmteafgiftesysteem op lage temperatuur: vloerverwarming, ventiloconvectors of overgedimensioneerde traditionele radiatoren.
2. Combi-ketel
Combimodellen zorgen voor de verwarming en via een ingebouwde doorstromer ook voor de productie van warm water. Daarnaast bestaan er ook wandketels met een ingebouwde boiler. De keuze voor een doorstromer of een ingebouwde boiler hangt af van het gewenste sanitair warm watercomfort.
3. Cv-ketels op biomassa
Een cv-ketel of condensatieketel op biomassa wordt verwarmd op basis van pellets. Dit zijn houten korrels gemaakt van houtafval. Biomassaketels kunnen perfect aangesloten worden op een bestaand cv-net. De verbranding verloopt wel wat anders dan bij stookolie- of gasketels. Je kan het vergelijken met een grote barbecue: die heeft tijd nodig om op temperatuur te geraken. Het voortdurend aan- en uitspringen van de brander is niet goed voor een biomassaketel.
Het is een absolute aanrader om de biomassaketel te combineren met een buffervat. Ook andere alternatieve warmtebronnen zoals een warmtepomp of zonnepanelen kan je koppelen aan dat buffervat. Het water in het buffervat wordt opgewarmd door de biomassaketel of de andere alternatieve energiebronnen. Zo kan de warmte opgeslagen worden en afgegeven waar en wanneer dat nodig is. Op die manier vermijd je ook het aan- en uitschakelen van de ketel, wat resulteert in een hoger rendement, minder uitstoot en een langere levensduur van de ketel.
Welke verwarmingsketel kiezen?
1. Vloer- of wandmodel?
Cv-ketels bestaan als vloer- en als wandketel. Vloerketels zijn zwaarder en robuuster, wandketels zijn lichter en nemen geen vloerruimte in. Voor beide types zijn er modellen ontwikkeld waarvan het uitzicht en de afmetingen afgestemd zijn op huishoudelijke apparaten.
2. Vermogen
De architect en de installateur bepalen welk vermogen je nodig hebt. Om een zuinige verwarming te koppelen aan een degelijk warmtecomfort, kan je kiezen voor een ketel die het vermogen laat variëren afhankelijk van de vraag.
Plaatsing
De stookplaats of opstellingsruimte van de ketel (kelder, garage, zolder) moet altijd vorstvrij zijn. De kelder en zolder zijn hoe langer hoe meer de uitverkoren plaats. Controleer voor vloerketels of ze niet te zwaar zijn voor plaatsing op zolder. Ook een ketel op propaangas mag je in de kelder installeren, op voorwaarde dat je in een detectiesysteem voorziet.
- Ketels met een vermogen tot 35 kW mag je in een bergplaats installeren, maar niet in een leefruimte.
- Ketels van 35 tot 70 kW moeten in een stookplaats waar geen andere zaken staan.
- Voor ketels van meer dan 70 kW heb je een aparte stookruimte nodig.