Hoe meer daglicht in huis, hoe beter: het bezorgt je meer wooncomfort en vaak zelfs een goed humeur. Bovendien is daglicht helemaal gratis: je elektriciteitsfactuur en het milieu varen er dus wel bij. Maar hoe kan je op een efficiënte manier daglicht binnenlaten? En als dat niet gaat, hoe laat je je interieur dan toch lichter lijken? We geven je tien tips.
1. Ontwerp slim
Al tijdens de ontwerpfase van je woning bepaal je grotendeels hoeveel licht er in je woning binnenvalt. Talrijke en grote ramen zijn een voor de hand liggende oplossing, maar overdrijf daar niet in: tijdens hittegolven wordt je huis zo al gauw een oven. Hoe je je woning slim laat ontwerpen? In je leefruimtes kan je zeker een aantal ramen tot de vloer en het plafond laten doorlopen voor meer lichtinval. Ook ramen die uitzicht bieden of in het verlengde van een looprichting liggen, zoals aan het einde van een gang, zorgen voor meer ruimtegevoel. Hou eventueel de raamprofielen zo smal mogelijk.
2. Oriënteer je ramen strategisch
Om daglicht binnen te kunnen laten, moeten je ramen natuurlijk naar de zon zijn gericht. Daarom oriënteer je de glaspartijen in je leefruimtes het best aan de zuid- en westkant van je woning. Zo komen er grote hoeveelheden licht binnen en kan de laagstaande winterzon je zelfs van extra warmte voorzien. Maar probeer zeker langs alle kanten zonlicht in huis te halen. Oostgeoriënteerde ramen bieden je ochtendlicht en uitzicht op de zonsopgang. Noordelijk georiënteerde kamers en ramen bieden een koeler en meer verspreid licht, wat ’s vooral zomers aangenaam kan zijn.
3. Hou rekening met de seizoenen
Zoals eerder gezegd, haal je met zuidelijk georiënteerde kamerhoge ramen behalve zonlicht ook ongewenste warmte binnen. Gelukkig bestaan er een paar handige trucs om dat te minimaliseren. Plaats bijvoorbeeld een dakoversteek: die blokkeert de felste hitte, maar niet het licht. Met buitenzonwering hou je ze beide weg. Een loofboom houdt ’s zomers meer licht tegen dan ‘s winters. In je slaapkamer breng je overdag meestal weinig tijd door. Daar hou je de ramen dan ook het best klein: aan het licht dat er binnenkomt heb je niet veel, maar ’s zomers kan de overdreven hitte je slapeloze nachten bezorgen.
4. Plaats een of meerdere dakvensters
Heb je een huis met een hellend dak? Dan kan je met een paar strategisch gerichte dakvensters een heleboel extra daglicht binnenlaten. Omdat ze schuin naar boven zijn gericht, zorgen dakvensters zelfs voor meer lichtinval dan gewone ramen en dakkapellen. Ook als je een of meerdere dakvensters plaatst, hou je het best rekening met de oriëntatie ervan en met de seizoenen. ’s Zomers staat de zon bijvoorbeeld veel hoger aan de hemel dan in de winter, waardoor het licht dan bijna loodrecht in je interieur valt. Noordelijk gerichte dakvensters plaats je dan weer het best wat lager dan zuidelijke.
5. Installeer lichtkoepels, -buizen of -straten
Lichtkoepels laten zonlicht langs boven binnen en zorgen zo voor meer lichtinval dan gewone ramen. Omdat ze meestal uit plexiglas bestaan, zijn ze ook sterker. Opalen koepels laten minder licht binnen dan transparante, maar verspreiden het zonlicht aangenamer en bieden minder inkijk. Het handigste is om lichtkoepels al in je ontwerp te integreren, maar je kan ze ook achteraf nog laten plaatsen. Varianten op lichtkoepels zijn lichtbuizen en lichtstraten. De spiegelbekleding aan de binnenkant van lichtbuizen transporteert daglicht naar moeilijker bereikbare ruimtes. Een lichtstraat heeft het effect van meerdere lichtkoepels achter of naast elkaar en verlicht een groter woongedeelte.
Tip: Ook voor lichtkoepels bestaan er speciale zonweringen. Koepels van polycarbonaat bieden je bovendien extra bescherming tegen inbrekers.
6. Werk met lichte kleuren
Heb je geen rekening kunnen houden met de eerste vijf tips of zit je desondanks toch nog met een donkere kamer? Een simpele oplossing is om daar met wit en andere lichte kleuren en tinten te werken. Dat geldt zowel voor de verf of het behang van je muren als voor de vloeren en zelfs je meubels. Heb je vooral donkere meubels? Geef ze eventueel een nieuwe lik verf of bedek de zetels met lichte kussens en dekentjes.
7. Reflecteer
Spiegels laten een kleinere kamer niet alleen groter lijken. Omdat ze glanzen en reflecteren, zorgen ze in een donkere kamer ook voor meer licht. Belangrijk is wel dat je ze ook op goedgekozen plaatsen hangt of neerzet. Tegenover een raam of een lamp bijvoorbeeld: hoe meer licht een spiegel opvangt, hoe meer die kan weerkaatsen. Maar je hoeft je leefruimtes natuurlijk niet vol te hangen met spiegels: ook metalen en zilver- of goudkleurige meubels en accessoires vangen licht op en reflecteren het.
8. Hou het transparant
Heb je wel grote ramen, maar bieden ze de buitenwereld te veel inkijk? Dan is het verleidelijk om de gordijnen, rolluiken of lamellen vaker dicht te doen, wat natuurlijk zonde is van het daglicht. Daarom bestaan er ook transparante gordijnen in lichte kleuren: die laten wel daglicht binnen, maar zorgen er tegelijkertijd voor dat er geen ongewenste ogen naar binnen loeren. Maar ook met doorzichtige stoelen, koffietafeltjes met een glazen blad of zelfs een glazen deur of binnenmuur kan je een lichter gevoel creëren.
9. Hou het minimalistisch en netjes
Hou je het graag sober? Dat komt goed uit, want een minimalistisch ingerichte ruimte lijkt ineens ook groter en lichtrijker. Hou je meer van een gezellig volgepakte leefomgeving of kan je het niet over je hart verkrijgen om te ontspullen? Ook door je leefruimtes netjes te houden en er goed op te ruimen, lijkt het binnen al wat lichter.
10. Vul gericht aan met kunstlicht
Natuurlijk bestaat er ook nog zoiets als kunstlicht: dat is niet gratis, maar wel ideaal als laatste redmiddel in hopeloos donkere ruimtes (of als je gewoon geen zin hebt om de andere dingen te proberen). Maar begin daarom je kamers niet zomaar lukraak vol te stouwen met allerlei lampen. Als je ook efficiënt wil verlichten, komt er meer bij kijken dan dat. Zorg daarom voor een strategische plaatsing en voor zoveel mogelijk indirect licht. Om dat optimaal aan te pakken, maak je voor je de handen uit de mouwen steekt het best een lichtplan op.