Overstromingen komen steeds vaker voor in ons land. Niet alleen de klimaatverandering, maar ook de hoge verhardingsgraad in ons land speelt hierin een belangrijke rol. Wacht niet langer en kies voor een waterdoorlatende verhardingen voor je oprit.
Verhard zo weinig mogelijk
16% van Vlaanderen is verhard. Hierdoor werken we onszelf in nesten. Als het hard regent, sijpelt het water niet in de grond. We voeren het af naar de riolering, maar die kan de grote hoeveelheden water niet slikken. Daarom zullen we in de toekomst meer regenwater zelf moeten opvangen. De beste manier om dat te doen, is erg eenvoudig. Verhard zo weinig mogelijk oppervlakken zodat het water mooi kan doorsijpelen. Bij sommige provincies en gemeenten bestaat er al een specifieke wetgeving. Informeer je daarom goed voor je zomaar een oprit aanlegt.
Waterdoorlatende verharding = groene oplossing
Is een waterdoorlatende verharding niet verplicht? Ook dan blijft het nog steeds de beste keuze. Je moet geen goten meer plaatsen en ook leidingen ingraven is heel wat gemakkelijker. Bovendien wint je tuin erbij want het regenwater infiltreert in de bodem. De planten zuigen het met plezier op tijdens een periode van droogte. Zelfs op zonovergoten dagen zullen bomen, struiken en het gras er groen bij staan. Maak daarom jouw oprit en parking niet groter dan nodig. Verhard bijvoorbeeld alleen de sporen waar je rijdt met de wagen of leg enkel een klein voetpadje aan.
Hou rekening met de ondergrond
Wil je toch een bredere verharding? Kies dan voor het juiste materiaal. Let erop dat de doorlatendheidscoëfficient k minimaal 5,4 x 10-5 m/s is. De verharding kan dan tijdens een stortbui 270 liter water per seconde en per hectare laten infiltreren. Dat is heel wat. Het is ongeveer het dubbele van een extreme stortbui die maar eens om de twintig jaar in ons land voorkomt.
Hou verder ook rekening met de ondergrond. Die moet even waterdoorlatend zijn. Zandgrond, zandleem en lemig zand zijn in de meeste gevallen voldoende waterdoorlatend. Leem en klei heel wat minder. Kan het water niet weg, voorzie dan een voldoende dikke onderfundering of een andere buffer. Hier houd je het water een tijdje op. Zo kan het druppelsgewijs richting de ondergrond verdwijnen. Volstaat deze oplossing niet? Dan is een vertraagde afvoer richting een gracht of riool nog steeds een optie.
Kiezel en grind
Plaats bovenop de ondergrond een materiaal dat voldoende water doorlaat. Kiezel of grind is in dat opzicht de beste keuze. Het scoort zelfs beter dan gras. Terwijl kiezel een rond materiaal is, bestaat grind uit gebroken steentjes. Kiezel voelt aangenamer aan, terwijl grind zich steviger vastzet. Laat je bij jouw keuze niet alleen verleiden door de kleur. Vooral de hardheid van de steensoort speelt een grote rol. Harde steensoorten zoals porfier verbrokkelen minder snel als je er met de wagen over rijdt. Daarenboven houden ze minder water vast. Ze zullen dus minder verpulveren bij vorst. Zachte stenen veranderen met de tijd in een waterdichte verharding met plassen en sporen tot gevolg.
Stabilisatiematten
Al ligt grind vaster dan kiezel, erop rijden met een fiets is zelden comfortabel. Gelukkig is dat probleem op te lossen. Met stabilisatiematten fixeer je de materialen. Zo’n mat bestaat uit een plaat van zeshoekige cellen die lijkt op een honingraat. Aan de onderzijde is er een geotextiel aangelast. Zo druk je steentjes niet in de grond en groeit onkruid er niet door. De hoogte van de cellen is meestal 3 of 4 cm. Op een oprit kies je het best voor 4 cm. Die uitvoering vraagt een minder zware fundering. De ideale doorsnede van grind of kiezels is 8 tot 16 mm. Dan laat je voldoende water door.
Grasdallen
Wie op zijn oprit liever gras dan steentjes ziet, legt het best grasdallen aan. Ook dat materiaal ziet eruit als een honingraat. Ze bestaan zowel in een kunststoffen als een betonnen variant. Vooral grasdallen uit kunststof laten veel water door want de wanden zijn erg dun. Betongrasdallen houden daarentegen soms tot 40% van het water tegen.
Kies je toch de betonnen variant, leg de dallen dan niet zomaar op de aarde. Een stevige fundering is nodig om het gewicht van auto’s en andere voertuigen te verdelen. Die fundering is vaak 20 à 25 cm dik en bestaat uit dikke keien. Hier komt een straatbed bovenop. Deze laag ligt mooi in één vlak zodat ook de dallen gelijk lopen. Toch is dat niet de enige vereiste. Het materiaal waaruit het straatbed bestaat moet luchtig genoeg zijn zodat de graswortels genoeg vocht en voeding hebben.
Tuinaannemers kiezen vaak voor een mengsel van onder andere teelaarde, kalksteen, lava, compost, zand en duurzame voeding. Vervolgens vullen ze de betongrasdallen met een mengsel van teelaarde, lava, compost en graszaden. Dat doen ze nooit tot helemaal bovenaan. Ze laten ongeveer een centimeter open. Zo raakt de grond nooit luchtdicht samengedrukt en beschadig je de wortels niet.
Waterdoorlaatbare straatstenen
Kiezels, grind of grasdallen zijn niet zo gemakkelijk om over te fietsen. Ook is het niet altijd even eenvoudig om er met hoge hakken over te lopen. Veel mensen kiezen om die reden nog altijd voor een volledig gesloten afdekking. Kies ook hier voor waterdoorlaatbare materialen. Gebruik bijvoorbeeld poreuze betonstraatstenen. Deze stenen breken gemakkelijker dan traditionele betonstraatstenen, maar wie ze goed plaatst, kan op zijn beide oren slapen. Leg de stenen dicht genoeg tegen elkaar. Laat een voeg van 1 tot 2 mm breed en vul ze met split (kleine steentjes) of gewassen zand.
Naast poreuze betonstraatstenen zijn ook waterpasserende betonstraatstenen een optie. Deze variant heeft dezelfde dichte en gesloten structuur als gewone betonstraatstenen, maar je kan ze niet tegen elkaar aansluiten. Met afstandhouders laat je een voeg. Die vul je daarna het best op met een hard gesteente als porfier of basalt.
Tegels
Zelfs wie kiest voor de klassieke tegel, kan voldoende water doorlaten. Maak de voeg groot genoeg en zorg er zo voor dat 10% van de oppervlakte open is. De grootte van de tegel maakt dan niet uit. Veel tuinontwerpers en -aannemers plaatsen grootformaattegels die soms wel tot 12 cm dik zijn. Zo bezwijken ze niet onder het gewicht van de wagen. Ook kiezen ze voor een donkere kleur. Op lichte stenen zie je namelijk erg makkelijk zwarte strepen van autobanden.