Steeds meer bouwheren zijn zich bewust dat ecologisch bouwen een wissel op de toekomst is. In Baarle Drongen staat een doortimmerd woonconcept waar moderne architectuur hand in hand gaat met ecologie en energiezuinigheid.
Met deze 3 pijlers ging architecte Katja Verdonck voor haar eigen woning aan de slag op een smal en diep perceel van 20 bij 70 meter. Dit vertaalde zich ontwerpmatig in een balkvormige woning die zich afsluit van de straat en de autosnelweg in het noorden, en zich volledig opent naar de tuinzijde op het zuiden. De woning bezit in haar vormgeving een opvallende compacte eenvoud zonder dat het begrip "compact" een harde claim legt op de architectuur. "Het is heel belangrijk om in de ontwerpfase reeds rekening te houden met de compactheid en oriëntatie van de woning als je energiezuinig wenst te bouwen", zegt Katja.
Houtskelet
Voor de structuur van de woning werd geopteerd voor een ter plaatse opgebouwd houtskelet. De isolatie kon hierdoor weggewerkt worden in de houten draagstructuur waardoor de dikte van de buitenwanden beperkt bleef tot 44 centimeter en er binnen meer nuttige oppervlakte beschikbaar is. Een goed resultaat gezien de toch wel aanzienlijke centimeters isolatie. Tussen een houtvezelplaat aan de buitenzijde en een OSB-plaat binnen, werd in de houten draagstructuur 18 centimeter cellulosevlokken ingeblazen, aangevuld met 6 centimeter houtwolisolatie en mineraalwol in de leidingspouw.
Een extra voordeel van de houtskeletbouw was de korte bouwtermijn en de droogtijd (droogbouw) waardoor de bouwheren zeer snel konden overgaan tot de afwerking van de woning. "Een belangrijk aandachtspunt bij dit soort bouwsysteem is het risico op oververhitting. De structuur bezit veel minder massa en heeft dus een beperkte warmteopslagcapaciteit (of thermische inertie) ten opzichte van een klassieke opbouw", legt Katja uit. Om massa te creëren koos de architecte ervoor om alle buiten- en binnenmuren, tussenvloeren en daken te isoleren met cellulosevlokken. Ook de afwerking met gipsvezelplaten draagt bij tot een hogere thermische inertie en tot een betere geluidsisolatie.
Aardwarmtewisselaar
Uit de EPB-berekeningen bleek echter dat er nog altijd een verhoogd risico op oververhitting bestond. De architecte nam daarom nog enkele bijkomende maatregelen, zoals het plaatsen van vierseizoensbeglazing in combinatie met een vaste zonwering (oversteek) op het gelijkvloers en mobiele zonwering (screens) op de verdieping. Het dak kreeg een zilverkleurige coating die de zonnestralen reflecteert. En in laatste instantie opteerde de architecte ook nog voor een aardwarmtewisselaar (Canadese put), die werd gekoppeld aan het ventilatiesysteem. De lucht die door de ondergrondse buis van de aardwarmtewisselaar gaat, wordt door de overdracht van de bodemtemperatuur - die op een diepte van zo'n twee meter vrijwel constant is - opgewarmd of afgekoeld. Dat maakt het mogelijk om in de zomer te ventileren met passief gekoelde lucht. Op koude winterdagen wordt de buitenlucht zo een stuk voorverwarmd waardoor de warmteterugwinning in de mechanische ventilatie verhoogd. Om beide toestellen optimaal te laten samenwerken, gebeurt de aansturing van de warmteterugwinning in de ventilatie-unit en het al dan niet aanzuigen van de buitenlucht via de grondbuis via domotica.
Architect: Katja Verdonck
Tekst: Philip Willaert
Foto's: Luc Roymans