Als je zelf bouwmaterialen bestelt voor je werf, kan er wel eens wat mislopen, waardoor jij of je aannemer niet verder kan en de werken stilliggen. Door een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, kan je de risico’s op problemen echter beperken. Waar moet je zoal rekening mee houden?
De redenen waarom het wel eens misgaat, zijn divers: de bouwmaterialen worden niet tijdig geleverd, het zijn de verkeerde die worden geleverd, bij levering lijken sommige materialen beschadigd, of de leverancier bij wie je de materialen bestelde – en aan wie je een voorschot betaalde – blijkt failliet te zijn gegaan. Dit is allemaal voer voor discussies. Discussies die je misschien had kunnen vermijden, maar hoe?
1. Zorg voor een bestelbon
Een bestelbon geeft je zekerheid. Stel dat de materialen die je nodig hebt niet voorradig zijn en moeten worden besteld, dan vermijd je dankzij een bestelbon – die je de leverancier ook laat ondertekenen – dat je uiteindelijk materialen geleverd krijgt die niet corresponderen met wat je bestelde. Kijk wel na of de bestelbon het juiste product vermeldt en of ook de prijs die genoteerd staat, overeenstemt met wat je met de verkoper had afgesproken.
Bouw je een privéwoning en vraagt de leverancier je om een voorschot bij de bestelling, dan moet hij je wettelijk gezien een bestelbon bezorgen. Daarop moeten een aantal zaken verplicht vermeld staan: naam en adresgegevens van de verkoper, de materialen die je bestelde, hun aankoopprijs en het bedrag van het voorschot (indien van toepassing). De verkoper moet deze bestelbon verplicht ondertekenen.
Niet verplicht, maar zeker niet vreemd is dat hij je vraagt om ook jouw handtekening op de bestelbon te zetten.
2. Beperk het voorschot
Als de leverancier de bouwmaterialen die je nodig hebt, zelf moet bestellen (of opzij moet houden voor jou), dan kan hij een voorschot vragen. Dat is zeker zo wanneer je een materiaal of product bestelt dat op maat moet worden gemaakt of dat weinig gangbaar is. Hoeveel dat voorschot precies bedraagt, kan je onderling overeenkomen. Er bestaan op dat vlak geen wettelijke minima of maxima.
Zelf heb je er alle baat bij om het voorschot zo laag mogelijk te houden. Als de leverancier tussen de betaling van het voorschot en de levering bijvoorbeeld failliet zou gaan, riskeer je het voorschot immers kwijt te zijn. Of je loopt het risico je voorschot (eventueel via de rechtbank) te moeten terugvorderen als er uiteindelijk iets misgaat met de levering.
3. Zorg voor een tijdige levering
Om te vermijden dat de vooropgestelde timing van de werken in het gedrang komt, is het belangrijk dat de materialen tijdig op de werf worden geleverd. Leg daarom een leveringstermijn vast met de leverancier (en een eventuele clausule bij niet-naleving van die termijn). Voorzie weliswaar een zekere speling, zodat je bij een kleine vertraging niet in de problemen komt.
Maakte je geen afspraken over de leveringstermijn, dan is de leverancier gehouden aan een ‘redelijke’ termijn. Wat ‘redelijk’ juist betekent, hangt af van de aard van de materialen, waar de leverancier ze moet bestellen, of er algemene problemen zijn met leveringen… Als je van mening bent dat de redelijke termijn is overschreden, kan je de leverancier een ingebrekestelling sturen. Krijg je geen gehoor, dan kan je eventueel naar de rechtbank stappen om de overeenkomst te laten ontbinden en/of een schadevergoeding te vragen. De overeenkomst zelf ontbinden doe je best niet zomaar. Win daarvoor eerst professioneel advies in, want dat zou wel eens in jouw nadeel kunnen uitdraaien.
4. Controleer de goederen bij levering
Het zou niet de eerste keer zijn dat de geleverde goederen verschillen van wat je besteld hebt (de kleur klopt bijvoorbeeld niet) of dat ze beschadigd zijn. Omdat je zichtbare gebreken in principe moet melden bij levering, is het belangrijk op dat moment aanwezig te zijn op de werf.
Controleer de materialen een eerste keer bij levering. Zijn de verkeerde materialen geleverd of merk je beschadigingen op, dan kan je de levering weigeren. Lijkt alles bij een eerste, snelle controle te kloppen, vermeld dan toch voor alle zekerheid op de leveringsbon die je moet ondertekenen ‘onder voorbehoud van nazicht’. Kijk dan van zodra dat kan de levering grondig na. Stel je op dat moment vast dat er toch problemen zijn, neem dan dadelijk contact op met de leverancier en bezorg hem je opmerkingen via e-mail. Vraag hem wel de ontvangst van je mail te bevestigen. Doet hij dat niet dadelijk, maak je opmerkingen dan over via een aangetekend schrijven.
5. Beveilig de goederen tegen diefstal
Zodra de goederen worden geleverd op de werf, ben jij er in principe voor verantwoordelijk. Dat betekent ook dat wanneer de goederen nadien gestolen worden, jij daar als bouwheer voor opdraait. Hetzelfde verhaal wanneer de materialen na levering beschadigd raken door regen, hagel, storm… Spreek daarom goed af met de leverancier wanneer de materialen precies worden geleverd. Zo kan je ze onmiddellijk veilig stockeren.
Je kan je wel verzekeren tegen diefstal op de werf via bijvoorbeeld een ABR-verzekering (Alle Bouwplaats Risico’s). Weet wel dat de ene verzekering de andere niet is. Het loont dan ook de moeite de verschillende polissen te vergelijken en te bekijken welke dekking ze bieden en welke premie je moet betalen.
6. Denk aan de garantie
Als je als consument bouwmaterialen koopt, heb je er in principe twee jaar garantie op. Voorwaarde is wel dat je de materialen gebruikt en plaatst volgens de voorschriften van de leverancier of de fabrikant.
De leverancier kan je daarnaast ook een bijkomende garantie geven (bijvoorbeeld 10 jaar). Kijk in dat geval de voorwaarden goed na. De ‘extra’ garantie kan bijvoorbeeld enkel betrekking hebben op bepaalde soorten gebreken, terwijl andere daar dan weer niet onder vallen.