De lente is al even in het land en de gazons in Vlaamse tuinen groeien aan sneltempo. Tijd om de grasmaaier uit het tuinhuis te halen dus. Of niet, want de maand mei werd omgedoopt tot ‘Maai Mei Niet’-maand. Je gras even laten groeien is namelijk goed voor de biodiversiteit. Maai je het gazon liever toch? Of wil je alvast de eerste maaibeurt voorbereiden? We vroegen Bart Verelst van Groen Groeien om praktische maaitips.
Hoe vaak maai je best je gazon?
De ideale frequentie om je gazon te maaien bestaat niet volgens Verelst. Het zogenaamde kalendermaaien, waarbij je elke week of om de 10 dagen het gazon maait, is achterhaald. “Je moet het gazon maaien wanneer je het gras te lang vindt”, klinkt het bij Verelst. “En je maait het gras bovendien beter een keer te weinig dan een keer te veel.” Want hoe langer je het gras laat groeien, hoe beter voor de biodiversiteit.
Tijdens de ‘Maai Mei Niet’-campagne geef je de biodiversiteit in je tuin een ware boost. Wil je de grasmaaier niet een hele maand in het tuinhuis opbergen, dan kan je de tuin ook fragmentarisch maaien. Een deel van je gazon krijgt dan af te rekenen met de grasmaaier en de rest laat je over aan de natuur.
Valt er nog niet veel te maaien? Zo zaai je in vijf stappen een mooi groen gazon
Waarom is regelmatig maaien toch geen slecht idee?
Je gazon heeft ook baat bij een regelmatige maaibeurt. In de meeste gevallen bestaan gazons uit een mengeling van 4 à 5 verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen kwaliteiten. Het ene type gras groeit bijvoorbeeld snel omhoog terwijl andere soorten beter beschermd zijn tegen droogte of sneller wortels maken. Samen zorgen ze voor een vol en gezond gazon.
Indien je het gazon de vrije loop zou laten, zullen de soorten die snel groeien de overhand nemen. De andere grassoorten krijgen zo de kans niet om te groeien en je gazon is uit balans. Door regelmatig te maaien, kunnen alle grassoorten hun steentje blijven bijdragen.
Je gazon herstellen? Zo pak je dat aan
Op welke lengte maai je het best?
Je mag het gazon zeker nooit te kort maaien. “Tussen de 3 à 4 centimeter is ideaal”, vertelt Verelst. “Maar het kan ook interessant zijn om je gras tot 5 à 6 centimeter te laten groeien.” Het gras vormt dan een soort isothermisch deken. De bodem krijgt meer schaduw en zal minder snel uitdrogen. In droge periodes sla je dus beter een maaibeurt over.
Wanneer is het een goed moment om het gazon te maaien?
“Grasmaaien doe je beter niet in de ochtend”, weet Verelst. Het gras is dan nog nat en de sprietjes plakken aan elkaar. De messen van de grasmaaier glijden over het gras. Hier en daar zal de grasmaaier plukken gras missen en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Ook tijdens de warme middaguren laat je de grasmaaier beter even staan. “In de volle zon verschroeien de gemaaide graspuntjes waardoor er een bruine schijn op het gras tevoorschijn komt”, vertelt Verelst. Het gazon maaien doe je daarom bij voorkeur ’s avonds. Je hebt dan geen last van nat gras noch van verschroeide grassprietjes.
To mulch or not to mulch?
Grasmaaiers zijn vaak uitgerust met een mulchfunctie. Het gemaaide gras wordt dan fijn versnipperd en als mest op het gras gestrooid. “Mulchen is een goed idee wanneer je het gras graag kort maait”, verduidelijkt Verelst. Je voedt het gazon en het laagje mulch helpt de bodem te beschermen tegen uitdroging. Laat je het gras langer groeien, dan is mulchen niet noodzakelijk. “Langer gras biedt voldoende schaduw voor de bodem en de extra verrijking kan de groei van onkruid stimuleren”, klinkt het bij Verelst.
Heb je last van onkruid? Zo bind je de strijd aan mét succes
Extra tips voor een gezonde grasmat
“Mijn gouden tip”, vertelt Verelst, “is om net voor de lente een dun laagje compost op je gazon aan te brengen.” Daarmee stimuleer je het bodemleven en geef je het gazon extra voeding. De grasmat wordt zo sterker en zal minder snel uitdrogen in de zomer.
“En tijdens de laatste groeimaanden, in september en oktober, maai je het gras beter iets hoger”, voegt Verelst er nog aan toe. “Ondanks dat er dan minder lichturen zijn, kan het gras dan toch nog veel energie opslaan om de winter door te komen.”