Tegenwoordig bestaan er heel wat manieren om je tuin af te sluiten en om ongewenste zonnestralen buiten te houden. Denk maar aan screens, rolluiken en zonneschermen. Maar de oudste bescherming tegen de warme zomerzon is ook nog steeds de efficiëntste: het bladerdak van mooie schaduwbomen.
De meest voor de hand liggende schaduwbomen hebben een eerder brede dan hoge kruin en zetten daardoor niet je hele huis of tuin in de schaduw.
Wie onmiddellijk resultaat wil, kan ervoor kiezen een al flink uit de kluiten gewassen boom te planten. Je vindt er in kwekerijen, waar ze goed en grondig zijn voorbereid om na ettelijke jaren de verhuis te maken naar jouw tuin. Ze hebben namelijk een compact wortelstelsel dat in verhouding is tot hun kruin. Tijdwinst gegarandeerd, al hangt er wel een prijskaartje aan vast.
Een jonge boom is een eenvoudiger oplossing, al zal je de eerste jaren toch nog een parasol moeten bijschuiven om voldoende schaduw te hebben.
Minder omvangrijk dan de traditionele schaduwbomen, zijn dak-, lei- of schermbomen. Ze filteren eveneens het zonlicht en zorgen voor een frisse schaduwplek in tuin of op het terras.
Dakboom
Bij een dakboom vormen de gesteltakken een perfect horizontale structuur met ongeveer de oppervlakte van een flinke parasol. De zonwerende werking van beide is dan ook vergelijkbaar, net als hun ideale positie om de zon van je terras en ramen weg te houden. Waar je een dakboom het best plant, kan je dus makkelijk uittesten met een goedkope parasol van ongeveer dezelfde omvang.
Leiboom
Een leiboom heeft dan weer een verticale structuur, met gesteltakken die mooi parallel lopen. Maar je kan ze ook in waaiervorm aan een frame binden om de groei zo te sturen. Initieel is hun zonwerende oppervlakte zo’n 2 meter breed en 1,30 meter hoog, al kan die oplopen tot een hoogte van 4,50 meter boven het grondniveau van je terras of gazon.
Schermbomen
Hetzelfde geldt voor schermbomen, een variant van leibomen. Hun vlakke en strakke scherm bestaat uit een wirwar van takken en zijscheuten die kriskras door elkaar groeien. Je kan ze het best vergelijken met een haag, maar dan een die op een hogere (boom)stam staat.
Keuzecriteria
Zonwering
Op het vlak van zonwering steken dakbomen boven de andere twee soorten uit. Op het warmste moment van de dag valt de schaduw van lei- en schermbomen tot zo’n 4 meter van de stam. Ze moeten dus al dicht tegen je woning staan om effect te hebben. Dakbomen vangen de stralen van de hoge zomerzon breder en wijder op, waardoor je er een grotere schaduwplek mee creëert.
Hoogte van de stam
Een andere belangrijke factor in je keuze tussen een dak-, lei- of schermboom is de hoogte van de stam. Want je wil natuurlijk in alle comfort van je terras kunnen genieten, zonder dat je je iedere keer moet bukken als je de tuin in wandelt. Daarom ga je het best voor een takvrije hoogte van minstens 2,2 en liefst zelfs 2,4 meter.
Groenblijver of niet?
Bomen die pas laat bladeren krijgen, hebben ook een streepje voor. Ze laten je tot eind april of begin mei van de lentezon genieten en gaan vanaf de zomer in volle beschermmodus. Met dat criterium in het achterhoofd kan je wintergroene bomen van je lijst schrappen. Die zijn alleen nuttig als je het hele jaar door een scherm nodig hebt, bijvoorbeeld om privacyredenen.
Onderhoud
Dak- en leibomen moet je elk jaar opnieuw kaal snoeien, meestal in de winter. Schermbomen kort je beter wat vaker in. Hier kan je het snoeischema van gewone hagen volgen.
Voldoende ruimte voor de wortels
Net als alle bomen en struiken hebben ook dak-, lei- en schermbomen graag een plek waar hun wortels ruimte hebben om voedsel en water te zoeken. Je plant ze daarom beter niet in een terras of onder andere verharding. In een stadstuin is dat natuurlijk niet vanzelfsprekend, maar geef elke boom toch zo veel mogelijk doorwortelbare ruimte: een plantgat van minstens 80 bij 80 centimeter en 50 centimeter diep.
Ben je bang dat de wortels mettertijd uit je terras of oprit komen? Plaats dan ineens een wortelgeleidingssysteem, dat de wortels de diepte in dwingt.