De verlaging van 21% btw naar 6% btw op gas en elektriciteit is een blijver. Maar laten we niet te vroeg juichen. De verlaging gaat gepaard met het invoeren van accijnzen. Daalt de energieprijs, dan stijgen de accijnzen.
Permanente verlaging
Om de energiefactuur te drukken, verlaagde de federale regering in het voorjaar van 2022 de btw op gas en elektriciteit van 21% naar 6%. Aanvankelijk zou deze verlaging tijdelijk zijn, tot eind maart 2023, maar de topministers hebben begin oktober 2022 een permanente btw-verlaging goedgekeurd.
Inspelen op prijsschommelingen
Goed nieuws dus voor onze portemonnee? Dat moeten we nuanceren, want de permanente regel gaat gepaard met het invoeren van een accijnsheffing. Nu betalen we al accijnzen (belastingen) op bepaalde consumptiegoederen, zoals alcohol, tabaksproducten en brandstof (diesel, benzine en lpg). Vanaf april 2023 zullen we dus ook accijnzen moeten betalen op gas en elektriciteit. Door deze heffing in te voeren, anticipeert de regering op prijsschommelingen: als de energieprijzen stijgen, dan dalen de accijnzen en vice versa. De prijzen zullen zo stabieler blijven en minder onderhevig zijn aan plotse schommelingen.
Meer accijnzen voor grootverbruikers
Daarnaast kan men door de invoering een onderscheid maken tussen basisverbruik en meerverbruik. Wie bijvoorbeeld een zwembad verwarmt, zal meer accijnzen moeten betalen. Accijnzen belasten namelijk een volume of hoeveelheid. Dus hoe meer elektriciteit of gas je nodig hebt, hoe hoger de accijnsheffing zal zijn. Met de invoering hoopt de regering dat we bewuster zullen omgaan met ons elektriciteits- en gasverbruik, maar uiteraard spijzen accijnzen ook de staatskas.
Lees hier welke maatregelen ook verlengd werden in de strijd tegen de stijgende energieprijzen.
