Door de torenhoge energieprijzen denk je er misschien aan om de verwarming af te zetten in bepaalde ruimtes. Maar dat is niet zo onschuldig als het lijkt. Koude muren werken namelijk vochtproblemen in de hand. Els Staessens van ROBUUST architectuur & onderzoek geeft meer uitleg.
Hoe kan een lagere binnentemperatuur tot vochtproblemen leiden?
Condens is de boosdoener in het verhaal. “In een binnenruimte met een temperatuur van 21 graden en een normale luchtvochtigheid vormt zich amper condens”, weet Els Staessens. “Wanneer de temperatuur binnenshuis echter zakt, stijgt de relatieve luchtvochtigheidsgraad en treedt er snel condensatie op.”
Wanneer je de verwarming in huis uitzet, daalt vooral ook de oppervlaktetemperatuur van de buitenmuren. “De waterdamp in de lucht slaat dan neer op die koude muren en plafonds”, verduidelijkt Staessens. Zo kan lokaal een vochtprobleem ontstaan in de vorm van oppervlaktecondensatie.
Leestip: Vanaf wanneer is condens op de ruiten en muren een reden tot paniek?
Hoe herken je dat je (bijna) een vochtprobleem hebt?
Condens herken je als waterpareltjes bovenaan de muur of op het plafond. “De meest verraderlijke punten zijn de hoeken van plafonds en de plaats waar kasten tegen de buitenmuren staan”, geeft Staessens nog mee als tip.
Heel vaak gaat condens gepaard met schimmelvorming. Condens is een typisch probleem in de badkamer, de kelder, de keuken en de wasplaats. Daar ligt de relatieve luchtvochtigheidsgraad doorgaans iets hoger.
Wat kan je doen om condensproblemen te vermijden?
“Verluchten is de boodschap”, luidt het bij Staessens. Condens verjaag je makkelijk door de ramen even open te zetten en droge, verse buitenlucht binnen te laten. Zo verlaag je de relatieve vochtigheid in de binnenruimte.
Daarnaast mag de binnentemperatuur ook niet te hard zakken. “Een luchttemperatuur van 16 graden is de grens. De buitenmuren worden dan doorgaans niet kouder dan 15 graden en condens kan zich veelal nog niet vormen. Het is daarom belangrijk om minstens één keer per week de ruimte toch te verwarmen”, benadrukt Staessens. Daar voegt ze nog aan toe dat je slecht geïsoleerde, oude woningen wel frequenter moet verwarmen. “Daar koelt het sneller af en ontstaat er dus ook sneller condens.”
Vochtproblemen herkennen? Volg dit vijfstappenplan om je huis te controleren en problemen in de kiem te smoren
En wat als je woning al kampt met vochtproblemen door condens?
Is het kwaad al geschied en vormt er zich vaak condens in je woning? Dan is verluchten en verwarmen opnieuw de boodschap. Zo kan de vochtplek alsnog uitdrogen. “Is het vochtprobleem te groot en zijn er al schimmels aanwezig, dan zal er wel meer nodig zijn dan verwarmen alleen”, geeft Staessens mee. Hoe vroeger je het vochtprobleem door condens aanpakt, hoe makkelijker het op te lossen valt. “Condens is een oppervlakkig probleem dat je meestal makkelijk terug kan verdrijven, maar er kan wel blijvende schade optreden aan de verf of het behang”, waarschuwt de expert.
Hoe snel treden vochtproblemen op nadat je de verwarming uitzet?
“Hoe snel zich condensproblemen vormen, hangt af van de relatieve luchtvochtigheid en de temperatuur binnenshuis”, zegt Staessens. Na één warme douche kan je al condens zien opduiken, maar het vochtprobleem vormt zich pas wanneer dat vocht niet weg kan. “Wie ventileert en de ruimte verwarmt, hoeft zich geen zorgen te maken.”
“Wil je de verwarming toch iets lager zetten door de stijgende gasprijzen, dan is het beter om een lagere basistemperatuur in te stellen dan de verwarming helemaal uit te zetten”, luidt de gouden tip van Staessens.