Een dampscherm is misschien niet het eerste waar je aan denkt wanneer je een plat dak isoleert, maar het is wel belangrijk dat je het niet vergeet. Een goed geplaatst dampscherm voorkomt namelijk niet alleen warmteverlies, maar ook vochtproblemen en schimmel. Toch loopt het bij buitenisolatie vaak mis: het dampscherm ontbreekt, of is verkeerd of slordig geplaatst. Zonde, want bij platte daken is het juist extra belangrijk dat alles luchtdicht is. Waarom? Isolteam legt uit wat het belang is van een dampscherm bij buitenisolatie, waarop je moet letten bij renovatie of nieuwbouw, en hoe je het correct plaatst.
Let op: dit artikel gaat over het isoleren van een plat dak langs de buitenzijde, een zogenaamde warm dak-opbouw. Hierbij wordt de isolatie boven op de dragende dakstructuur geplaatst. Isoleer je je plat dak langs de binnenzijde, wat men een compact dak noemt, dan is een dampscherm ook nodig, maar vraagt dat een andere aanpak.
Wat is een dampscherm?
Een dampscherm is een dampdichte folie die voorkomt dat warme, vochtige binnenlucht vanuit je woning in de isolatie en dakstructuur terechtkomt. Zodra die lucht afkoelt, condenseert het vocht en dat kan leiden tot schimmel, houtrot en isolatieverlies.
Let op: een dampscherm is niet hetzelfde als een dampremmende laag. Waar een dampscherm vocht blokkeert, vertraagt een dampremmer het enkel. Bij platte daken heb je een echte blokkade nodig. Geen tussenoplossing.
Waarom heb je een dampscherm nodig bij platte daken?
Bij hellende daken kan het vocht nog ontsnappen via het dampopen onderdak. Krijgt het dakgebinte toch vocht te verwerken, dan droogt dat meestal vanzelf weer uit. Maar bij een plat dak ligt dat anders: daar is de dakdichting dampdicht, waardoor vocht moeilijk weg kan. Het blijft hangen en stapelt zich op in de dakopbouw.
Het gevolg? Kans op vochtophoping, isolatie die minder goed werkt en een kortere levensduur van je dak.
Waar plaats je het dampscherm?
Een dampscherm hoort altijd aan de warme zijde van de isolatie, dus richting het interieur. Zo voorkom je dat warme, vochtige lucht in de isolatie of dakstructuur indringt. Het dampscherm komt dus op de dragende dakstructuur, voor de isolatie.
Let op: bij renovaties is die plaatsbepaling soms complexer dan bij nieuwbouw. Een overzicht:
Bij renovatie
- Werken met een bestaande dakstructuur beperkt de toegankelijkheid.
- Mogelijk zit er al een oude laag met onduidelijke functie.
- Controleer of bestaande materialen compatibel zijn met een extra dampscherm.
- Besteed extra aandacht aan aansluitingen en doorvoeren (bv. ventilatiebuizen).
- Pas op voor een ‘omgekeerd dampscherm’ dat vocht vasthoudt in plaats van afstoot.
Bij nieuwbouw
- Je kiest de volledige dakopbouw zelf, inclusief folies en isolatiemateriaal.
- Geen oude materialen of obstakels: eenvoudiger en preciezer werken.
- EPB-regels vereisen luchtdichte aansluitingen, dus een correcte plaatsing is essentieel.
- Je hebt volledige controle over aansluiting op ramen, muren, leidingen, enz.
Hoe plaats je een dampscherm correct?
Een dampscherm plaatsen is meer dan gewoon een folie uitrollen. Een correcte plaatsing gebeurt in meerdere stappen:
- Zorg voor een goede voorbereiding: de ondergrond moet vlak, stofvrij en droog zijn.
- Breng de folie netjes aan: strak tegen het oppervlak, zonder plooien of scheurtjes.
- Kleef alle naden luchtdicht af: gebruik hiervoor dampdichte kleefmiddelen van goede kwaliteit.
- Werk doorvoeren zorgvuldig af: denk aan buizen, kabels of spots. Gebruik manchetten of aangepaste stroken om alles goed te dichten.
- Test de luchtdichtheid: als het lukt in de bouwfase, eventueel met een blowerdoortest om zeker te zijn dat alles correct geplaatst is.
Veelgemaakte fouten? Die beginnen vaak bij details die over het hoofd worden gezien. Zo worden naden soms helemaal niet afgekleefd, of gebeurt het met de verkeerde tape of lijm. Ook rond doorvoeren gaat het geregeld mis door een slordige afwerking. En misschien wel de grootste fout: het dampscherm aan de verkeerde kant van de isolatie plaatsen, met alle gevolgen van dien.
Welke materialen gebruik je?
Niet elk dampscherm is hetzelfde. Er zijn verschillende types op de markt, elk met hun eigen voor- en nadelen, afhankelijk van je dakopbouw en de omstandigheden waarin je bouwt of renoveert.
Het type dakafdichting bepaalt mee welk dampscherm je nodig hebt. Bij bitumineuze membranen kies je best voor een bitumineus dampscherm. Die twee lagen kunnen makkelijk met elkaar worden verbonden.
Wordt het dak afgewerkt met een kunststof dakbedekking (zoals EPDM of PVC)? Dan combineer je die doorgaans met een dampscherm in polyethyleenfolie, waarvan de overlappingen luchtdicht worden afgeplakt met tape. Let wel: kunststof en bitumen zijn niet altijd compatibel. Ze mogen alleen gecombineerd worden als de materialen goed op elkaar afgestemd zijn.
Tot slot is ook de ondergrond van belang. Een dampscherm op beton vraagt een andere aanpak dan een dampscherm op houten panelen of een andere draagstructuur.
Welk type folie je het best gebruikt, hangt dus sterk af van je dakopbouw en het doel van de isolatie. Zo vermijd je verkeerde keuzes en zorg je voor een degelijk, duurzaam resultaat. Lucht- en dampdicht dicht bouwen vraagt sowieso precisie, kennis van materialen en aandacht voor elk detail. Daarom is het een goed idee om de plaatsing over te laten aan een ervaren professional.
Conclusie? Een dampscherm is méér dan een detail
Een goed dampscherm houdt vocht buiten en comfort binnen. Zeker bij platte daken is dat geen detail, maar een basisvereiste.
- Plaats het altijd aan de warme kant van de isolatie
- Kies het juiste materiaal voor jouw situatie
- Laat de plaatsing over aan iemand met kennis van zaken



