Vraag
Wij hebben een achterliggend perceel dat grenst aan een weg (Straat B) die uitgerust is met nutsvoorzieningen. Het perceel zelf ligt zo goed als volledig binnen de 50 meter bouwzone (woongebied met landelijk karakter) van de voorliggende straat (Straat A). We kregen op stedenbouw te horen dat wij daardoor mogelijk zouden kunnen bouwen.
Alleen is er onduidelijkheid met betrekking tot de afstand tot de achterliggende landbouwgrond:
- Indien wij de regel volgen dat wij 3 m van de perceelgrens moeten aanhouden voor de bebouwbare oppervlakte, dan valt de bebouwbare oppervlakte nog steeds binnen de 50 m bouwzone vanaf straat A.
- Indien wij echter 3 m moeten aanhouden van de 50 m bouwdiepte vanaf straat A (waarmee wij in wezen maar een bouwdiepte van 47 m hebben), wordt de bebouwbare oppervlakte op dat perceel meteen bijna 3 m smaller (waardoor het huis maximaal 7 m breed wordt).
Kan je verduidelijken wat gangbaar is? Geldt de afstand tot de perceelgrens of moeten wij de afstand tot de 50 m bouwdiepte aanhouden?
Vergelijkbaar is de situatie waarbij waarbij bvb. lintbebouwing overgaat in agrarisch gebied naast dezelfde weg (zijdelings i.p.v. langs achter). Hoe wordt dit geregeld?