De wet bepaalt dat iedere muur wordt vermoed gemeen te zijn, wanneer hij tot scheiding dient tussen gebouwen (art. 653 BW). Aangezien jouw muur niet raakt aan die van jouw buurman, is dit vermoeden niet van toepassing.
Art. 661 BW bepaalt echter dat de eigenaar van een erf dat paalt aan een muur, het recht heeft om die muur geheel of gedeeltelijk gemeen te maken. Hij moet dan wel de helft van de muur vergoeden en de helft van de waarde van de grond waarop de muur gebouwd is.
Het is op dit artikel dat jouw buurman zich wil beroepen.
Om een muur gedwongen gemeen te maken, moet voldaan zijn aan 3 voorwaarden
1. Het moet gaan om een muur, niet om een andere soort afsluiting.
2. De aanpalende erven moeten eigendom zijn van onderscheiden eigenaars
3. Het moet gaan om een scheidingsmuur.
Aan de eerste twee voorwaarden is in jouw geval voldaan. De derde voorwaarde daarentegen is voor discussie vatbaar. Ten eerste wil ik jou aanraden om de perceelsgrenzen grondig te controleren. Afscheidingen kunnen soms doorheen de jaren verschuiven. Het is niet omdat jouw muur niet tegen die van jouw buurman staat, dat die niet aan de perceelsgrens raakt.
Indien jouw muur inderdaad niet aan de perceelsgrens raakt, nog aan de muur van jouw buurman, zijn er twee strekkingen in de rechtsleer.
Een eerste strekking beweert dat de eigenaar van het naastgelegen erf de gemeenschappelijkheid van de muur kan vorderen, aangezien de eigenaar geen nut heeft bij het behoud van een minieme ruimte. Ook het Hof van Cassatie volgde in het verleden deze visie.
De tweede strekking daarentegen is restrictiever. Aangezien de muur niet raakt aan de grens, is gedwongen mede-eigendom niet mogelijk. In haar recentere rechtspraak volgt het Hof van Cassatie deze visie. Ook de lagere rechtbanken hebben zich hier nu bij aangesloten. Op grond van de recentere rechtspraak zal jouw buurman dus niet kunnen eisen dat de muur gemeen wordt gemaakt, ook al plaats je een waterdichting.