Geluidsisolatie, dat is een cursus op zichzelf: talloze artikels zijn er al aan gewijd dus het is niet zo simpel om dit kort te verduidelijken. Ik zal toch een poging doen om een en ander verstaanbaar uit te leggen.
Geluid bestaat uit 2 totaal verschillende stukken, dat is het voornaamste om te onthouden. Wij ervaren dit echter als één fenomeen want alles wordt tezamen door hetzelfde zintuig waargenomen. Maar via onze oren komen 2 totaal verschillende vormen van geluid samen naar binnen.
Er zijn immers 2 soorten geluid: contactgeluid en luchtgeluid. Het eerste (contact) wordt verminderd door zachte materialen, het tweede door harde materialen, door massa met andere woorden. Dat zijn 2 tegengestelde eigenschappen, en precies dát maakt geluidsisolatie zo moeilijk. Ik geef een redelijk uitgebreid maar wel duidelijk voorbeeld, dit bestaat natuurlijk ook uit 2 stukken.
Beeld je de deur van een kluis van een bank in. Als zo'n deur dicht is, hoor je niet wat er in de kluis verteld wordt, als ze open staat uiteraard wel. Als die deur een meter breed is en ze staat half open, dan is de verstaanbaarheid nog perfect, hoewel er al 50% geïsoleerd is. Als die deur nog 2 cm open staat is er van geluidsisolatie nog altijd geen sprake want gesprekken kunnen nog makkelijk gevolgd worden, hoewel dit al voor 98% in orde is! Pas helemaal dicht vallen ook de spraakgeluiden helemaal weg, de luchtgeluiden worden nu helemaal tegen gehouden.
Het is dus van belang dat de uitvoering van de isolatie perfect is, 'grotendeels in orde' heeft dus geen énkel resultaat! Dit in tegenstelling tot warmte-isolatie (die wél procentueel kan toegepast worden en ook evenredig resultaat zal opleveren) moet geluidsisolatie 100% zijn, alles of niks.
Maar, en nu komt het vervelende stukje van het verhaal: als er binnen in die kluis met een pen tegen die kluisdeur getikt wordt, dan zal dit langs buiten perfect hoorbaar zijn. Dit zijn immers contactgeluiden en die worden niet tegengehouden door die zware deur met veel massa. Als die deur vervangen wordt door een dunne matras bijvoorbeeld, dan zal dit tikken niet meer hoorbaar zijn. Maar dan kan er wel los doorheen dit materiaal gesproken worden. Die matras heeft onvoldoende massa om de luchtgeluiden tegen te houden, daar was die zware deur veel beter voor.
Geluidsisolatie dient dus uit 2 delen te bestaan: zachte voor het beperken van de overdracht van contactgeluid, én harde (met veel gewicht) voor het verminderen van de luchtgeluiden. Deze 2 eigenschappen zijn niet te verenigen in 1 materiaal. Zacht en tegelijkertijd zwaar, daar moeten de techniekers nog even op zoeken. In de bouw werken we daarom met 2 verschillende materialen, juist om die tegengestelde eigenschappen toch te combineren.
Voor vloeren is dit vrij eenvoudig, hoewel de uitvoering de nodige zorgzaamheid vereist. Er wordt een zachte laag dempend materiaal (voor de contactgeluiden, voetstappen bijvoorbeeld) aangebracht onder de chappe, die op zijn beurt zorgt voor de nodige massa om de luchtgeluiden (spraak) tegen te houden. Radio en TV zijn hierin heel ambetante voorbeelden, want zij produceren luchtgeluid via hun luidsprekers én contactgeluid via de meubels waarop ze staan (die het geluid dan weer doorgeven aan de muren en vloeren).
Voor muren is dit nog wat moeilijker. Ze staan immers altijd in contact met plafond en vloer, waar ze hun trillingen ongehinderd aan kunnen doorgeven. Er wordt wel wat minder op muren gelopen, maar hogergenoemde TV is een vervelend ding: de populaire muurmontage zorgt wel voor de nodige trillingen in de wand. Deze zetten zich dan makkelijk verder in de aansluitende harde materialen, waardoor de aanpalende kamers (zijdelings en boven- en onderaan) hier vermoedelijk weet van kunnen hebben.
Vloer- en wandbekleding in zachte materialen (gordijnen, wand- en vloertapijten bijvoorbeeld) zorgen voor een hoog dempend vermogen, waardoor overmatig luchtgeluid binnen een zware constructie al minder kans krijgt. Ook voetstappen op een tapijt zetten minder snel de trillingen over op de harde onderliggende bouwconstructie.
Zachte materialen verbergen binnen in de constructie is technisch moeilijk én moet perfect uitgevoerd worden. Een zwevende chappe moet bijgevolg ook helemaal zwevend zijn: als er toch ergens contact is met de onderliggende draagstructuur is alle moeite voor niks geweest.
Om nu te antwoorden op jouw vragen:
- die nieuwe wand verbetert de toestand nauwelijks, dat zal kloppen. Trillingen worden immers nog altijd doorgegeven via het houten kaderwerk en die glaswol heeft te weinig massa om luchtgeluid voldoende te beperken
- fabrikanten van gipskartonplaten hebben hier een redelijk goeie oplossing voor, het massa-veer-massa-systeem. Simpel gezegd komt het er op neer dat er een dubbele gipskartonplaat voorzien wordt aan élke zijde van de muur (toch al een béétje massa) en hier tussenin wordt met soepele bevestiging gewerkt (de veer, géén starre constructie) die voorkomt dat trillingen ongehinderd kunnen worden doorgegeven naar de andere zijde
- matten monteren tussen de houten stijlen die al gebruikt zijn gaat geen effect hebben, want het hout is de boosdoener in deze opstelling (contactgeluiden) en de matten brengen weinig massa bij (luchtgeluiden)
- de matten monteren tégen de wand zal wel helpen voor wat het contactgeluid betreft, maar aangezien er weinig massa wordt toegevoegd zal er ook niet veel vermindering van luchtgeluid bereikt worden
- met 'nevenwegen' bedoel je wellicht de omtrekkende weg van geluid dat via de muren de vloeren en de plafonds bereikt (en dus ook de aanpalende lokalen). Hier is in de praktijk niks aan te doen zonder zo goed als heel de woning af te breken... Dit fenomeen doet zich vaak voor in oudere woningen met een relatief lichte constructie.
De beste methode om met deze gebreken om te gaan is het aanleren van goeie geluidsoverlast beperkende gewoontes: geen bonkende schoenen in huis, geen luide radio of TV, zachter met mekaar spreken en niet met de deuren gooien en al zeker niet met servies of bestek. Totale harmonie dus, rekening houdend met het woon- en slaapcomfort van de ander.