Vraag
Was er in 1976 al sprake van een beperking qua oppervlakte van de verhardingen in de wet op stedenbouw? Het betreft een oprit van honderd meter lang op 3 meter breed.
Was er in 1976 al sprake van een beperking qua oppervlakte van de verhardingen in de wet op stedenbouw? Het betreft een oprit van honderd meter lang op 3 meter breed.
In principe is het pas sinds het Decreet Ruimtelijke Ordening van 1999 dat uitdrukkelijk in de wetgeving werd ingeschreven dat er een vergunning nodig is voor het aanleggen of het wijzigen van verhardingen. In bepaalde gevallen kan men een vrijstelling van deze vergunningsplicht krijgen. Echter geldt deze vrijstelling enkel indien de niet-overdekte constructie een oppervlakte van 80 vierkante meter niet overschrijdt. In dit specifieke geval kan men aldus vaststellen dat voor de verharding thans een vergunning vereist zou zijn.
Zoals vermeld werd slechts met het Decreet van 1999 in de wetgeving ingeschreven dat een vergunning nodig is voor het aanleggen of het wijzigen van verhardingen. Echter werd voorheen in de Wet houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw het aanleggen van een verharding reeds beschouwd als ‘bouwen’, zijnde het plaatsen van een constructie. In die zin kan men er dan ook vanuit gaan dat er in 1976 een vergunning vereist was. Er werd in deze wet niets bepaald over het beperken in oppervlakte van deze constructies.
Gelet op de thans geldende wetgeving is het niet mogelijk om het vergund karakter van de desbetreffende verharding te gaan beoordelen. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt immers dat constructies vanaf 1962 tot en met de inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, geacht worden vergund te zijn. De termijn om bezwaar aan te tekenen, is ruimschoots overschreden.
Bovendien dient gewezen te worden op de verjaringstermijn van bouwovertredingen. Dit betekent dat er door de overheid geen herstel- of strafvordering meer kan worden ingesteld. Echter maakt dit de overtreding niet vergund. De verjaringstermijnen worden vastgelegd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die in werking trad op 1 september 2009. Een bouwovertreding buiten ruimtelijk kwetsbaar en openruimte gebied verjaart na vijf jaar. In ruimtelijk kwetsbaar en openruimte gebied, verjaart een bouwovertreding slechts na tien jaar. De overgangsregeling in de Vlaamse Codex bepaalt verder dat deze nieuwe verjaringstermijnen ook van toepassing zijn op de vorderingen die werden ingesteld vóór de inwerkingtreding van de Vlaamse Codex. Dit betekent dat eerdere bouwovertredingen die slechts na 20 of 30 jaar verjaarden, nu ook na vijf of tien jaar verjaren.
Een bouwovertreding van 2005 met een verjaringstermijn van 30 jaar buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied, zal dan ook verjaren op 1 september 2014 (vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet).
Echter dient men steeds geval per geval te beoordelen. De verjaringstermijn kan immers in individuele gevallen gestuit of geschorst zijn.
Gelet op de door jou verstrekte informatie kunnen wij slechts zeer algemeen en summier antwoorden op je vraag. Indien je een advies op maat wenst, raden wij je aan alsnog contact op te nemen met een advocaat. Deze kan je meer concrete informatie geven.
Livios streeft steeds naar juistheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van de informatie die het verstrekt. De redactie, noch de panelleden op wie zij beroep doet bij het beantwoorden van de vragen, kunnen aansprakelijk gesteld worden voor welk gebruik dan ook. Lees meer
Van ontwerp tot installatie: Facq biedt totaaloplossing voor je badkamer met erkende installateurs
Ben je nog op zoek naar een installateur om je nieuwe badkamer te installeren?
Vraag vrijblijvend offertes aan! Ontvang snel max. 4 offertes van vakmannen. Bespaar tijd én geld!
AanvragenMet premies en subsidies kan je flink besparen. Kijk waar jij recht op hebt.
ZoekenMet deze praktische digitale gidsen ben je meteen geïnformeerd en heb je een handige checklist bij de hand.
Aanvragen