Het recht van wederinkoop is het recht van de initiële verkoper om het onroerend goed terug voor zichzelf te kopen indien de koper de woning wenst te verkopen. De initiële verkoper dient de aankoopprijs en de bijkomende koopkosten terug te betalen. Het recht van wederinkoop kan in de overeenkomst worden bedongen via een beding van wederinkoop. Echter is het ook mogelijk dat men een recht van wederinkoop heeft op basis van de wet. Afhankelijk van de situatie waarin je je bevindt, kunnen al dan niet juridische stappen ondernomen worden.
Wanneer een beding van wederinkoop tussen partijen in een overeenkomst wordt vastgelegd (conventioneel beding van wederinkoop), voorziet de wet dat dit beding van wederinkoop niet langer mag duren dan vijf jaar. Indien de overeenkomst een langere termijn voorziet, wordt de termijn in ieder geval teruggebracht naar een maximale termijn van vijf jaar. De bepaalde tijd is van strenge toepassing en kan zelfs door de rechter niet worden verlengd.
In het geval dat het gaat om een conventioneel beding van wederinkoop, wordt de termijn in ieder geval teruggebracht naar een termijn van vijf jaar. De verkoper heeft zich in dit geval schuldig gemaakt aan rechtsmisbruik. Indien het rechtsmisbruik schade heeft veroorzaakt, dient deze schade vergoed te worden. Een vergoeding van deze schade kan men voor de Rechtbank vorderen.
Het lijkt ons echter dat het in dit geval gaat om het wettelijke recht van wederinkoop dat wordt voorzien in de Vlaamse Wooncode en dat geldt ongeacht of dit (uitdrukkelijk) in de koopovereenkomst werd bedongen. Dit wettelijke recht van wederinkoop geldt voor de sociale huisvestingmaatschappijen, het Vlaams Woningfonds, de gemeenten en de OCMW’s. Voornoemde instanties beschikken gedurende een termijn van 20 jaar over het recht om sociale huurwoningen en sociale koopwoningen die zij verkochten aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden, terug te nemen. Dit geldt enkel indien de oorspronkelijke koper gehouden werd tot de persoonlijke bewoning van de woonst gedurende deze termijn van twintig jaar (vanaf datum verlijden authentieke akte). Ook is de initiële koper gehouden de verkoper onmiddellijk en voorafgaand op de hoogte te brengen van elk voornemen tot vervreemding van de woonst.
In het geval dat het gaat om een wettelijke beding van wederinkoop, dien je na te gaan of in zich in voornoemde toepassingsgevallen bevindt. Is dit het geval, dan heeft de huisvestingsmaatschappij inderdaad het recht om de woonst terug te kopen op grond van dit beding van wederinkoop.
In ieder geval, indien je een meer sluitend advies wil, kan je beroep doen op een advocaat. Deze advocaat kan je bovendien bijstaan indien je een gerechtelijke procedure wil aanknopen tegen de huisvestingmaatschappij.