Overeenkomstig Vlaamse regelgeving dient men voor het aanleggen van een buitenopslag, voor het opslaan van gebruikte of afgedankte voertuigen, voor het opslaan van allerlei materialen, materieel of afval én voor het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens, een stedenbouwkundige vergunning te bekomen.
Ook voor een aanmerkelijk reliëfwijziging heeft men een stedenbouwkundige vergunning nodig. Een reliëfwijziging is aanmerkelijk indien de aard of de functie van het terrein wijzigt, zelfs indien het slechts gaat om enkele centimeters. Onder welbepaalde voorwaarden is er voor een reliëfwijziging geen stedenbouwkundige vergunning vereist. Deze voorwaarden dienen gelijktijdig vervuld te zijn.
Er is geen vergunning nodig indien het terrein niet in ruimtelijk kwetsbaar, erosiegevoelig of mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied ligt; indien de aard of de functie van het terrein niet wijzigt; indien het volume van de reliëfwijziging kleiner is dan dertig kubieke meter per goed; indien de hoogte of diepte van de reliëfwijziging op elke punt kleiner is dan een halve meter én indien de reliëfwijziging niet strekt tot het geheel of gedeeltelijk dempen van grachten of waterlopen.
Op basis van de door jou verstrekte gegevens lijkt het ons dat de ophoging van het stuk grond vergunningsplichtig is/was. Door de ophoging werd de aard/functie van het terrein immers gewijzigd waardoor het gaat om een aanmerkelijke reliëfwijziging. Bovendien gebeurde de ophoging met één meter, waardoor één van de bovenstaande cumulatieve voorwaarden reeds niet vervuld is. De reliëfwijziging lijkt ons in die zin dan ook vergunningsplichtig.
Je kan in deze situatie een klacht neerleggen bij de gemeente of de politie. Ook bestaat er de mogelijkheid een klacht neer te leggen bij de afdeling Handhaving van Departement Omgeving (als het om een gewestelijke prioriteit gaat). Met betrekking tot de opslag van de materialen, alsook tot het op- en af rijden van de wagens, dient een stedenbouwkundige vergunning bekomen te worden.
Uit jouw vraagstelling blijkt dat je de gemeente reeds gecontacteerd hebt en dat zij bevestigde dat er sprake was van een vergunning. Indien er daadwerkelijk een vergunning bekomen werd, kan je dan ook geen klacht neerleggen met betrekking tot het niet naleven van de regelgeving met betrekking tot de ruimtelijke ordening.
Wat wel een mogelijkheid is, die ook geldt in het geval van de reliëfwijziging, is het opstarten van een burgerlijke procedure. Indien je schade of hinder ondervindt van de ophoging, dan wel van het stockeren van de materialen/vrachtwagens etc. kan je een burgerlijke procedure tot herstel van de schade opstarten of een schadeloosstelling vorderen voor de burgerlijke rechtbank.
Je kan je vordering steunen op het principe van de burenhinder, waarbij de hinder (belemmering zicht, geluidsoverlast,…) is ontstaan naar aanleiding van het gebruiken van de grond voor allerlei doeleinden door de zwembadplaatser. Zo kan er sprake zijn van het verbreken van een voorheen bestaand evenwicht tussen percelen, er kan met andere woorden sprake zijn van abnormale burenhinder. De sanctionering is dan dat de buur de toestand/het evenwicht moet herstellen in zijn oorspronkelijke staat of maatregelen moet nemen om de hinder op te heffen of te beperken tot een normaal aanvaardbaar niveau.
Echter, alvorens over te gaan tot een gerechtelijke procedure, willen wij thans wijzen op het belang van een goede communicatie met de buur. Door het voeren van een gesprek kan reeds een minnelijke oplossing gezocht worden. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn dat de grond wordt omheind, dan wel dat de voertuigen via een andere weg passeren.
Indien de betreffende persoon hier niet op ingaat, kan je een ingebrekestelling sturen om hem of haar aan te manen stappen te ondernemen. Indien je buur ook hier niet op ingaat, kan je een verzoeningsprocedure opstarten bij de Vrederechter. Komt je buur ook hier niet opdagen, dan kan je overgaan tot dagvaarding. In het kader van een dergelijke gerechtelijke procedure is de kans reëel dat de Vrederechter ter plaatse zal komen om kennis te nemen van de feitelijke toestand en zich eventueel laten adviseren door een gerechtsdeskundige.
In ieder geval lijkt het ons aangewezen alsnog beroep te doen op een advocaat. Een advocaat kan je immers bijstaan bij eventuele onderhandelingen, dan wel bij het opstellen van een ingebrekestelling. Ook kan een advocaat je bijstaan bij het nemen van verdere gerechtelijke stappen.