Verschil spantendak-gordingendak (Beantwoord op 23-11-2003)

Bij een sporen- of spantendak worden de structuren op regelmatige afstanden van elkaar geplaatst. De afstanden verschillen voornamelijk op basis van traditie. In West-Vlaanderen worden de spanten geplaatst om de 45 of 50 cm. In Antwerpen-Limburg om de 60 cm.

De voordelen zijn meervoudig. Elke overspanningsstructuur is een element van de totale stabiliteit. Plafond en wand zijn geïntegreerd. Vlot en gemakkelijk te isoleren. Alle materialen zijn compatibel. De meeste vormen zijn mogelijk. Een techniek die dus heel flexibel is. Tussenmuren zijn niet echt nodig. Enkel eventueel tot aan de plafondregel.

Gordingen (balken) worden in de langsrichting van de bouw geplaatst op een bepaalde afstand (1,5 meter gemiddeld). Daarbovenop worden kepers geplaatst gevolgd door onderdak, ventilatielatten (stoflat), panlatten, pan. De gordingen overspannen traditioneel gemiddeld een 3 à 4 meter. Het gebruikte hout is meestal een 75 x 225.

De gordingen dienen op een correcte wijze ingemetseld te worden en verankerd te worden aan de ruwbouw. Nadeel van gordingen is dat bij doorbuiging het ganse veld zichtbaar zal doorbuigen. Denk aan de stadsbeelden met 'wasdraaddaken'. Het systeem is heel wat minder flexibel dan een sporendak.

Voordelen zijn wel: een gemakkelijke plaatsing, eventueel een open dak tot boven, werken met panelen enzovoort. Vele tijdschriften hebben aan het verschil tussen gording en spantendak al heel wat artikelen besteed. Wij kunnen je dan ook aanraden de indexen na te gaan van de diverse bouwtijdschriften.

Meer informatie over de verschillen kan je lezen in het artikel 'De constructie van een zadeldak'