In 2005 startten wij een samenwerking met een AR voor de verbouwingen van onze woning en schuur. Een IR waarmee de AR regelmatig werkte en wiens naam dientengevolge op de ontwerpplannen van de AR stonden stuurde ons 4 jaar later (op 1 juli 2009) twee facturen aangezien hij beweerde dat hij stabiliteitstudies had gedaan voor het woonhuis en dat hij advies had verleend ivm stabiliteitsproblemen van onze schuur (waar hij alle verantwoordelijkheid van zich afschoof aangezien hem niet gevraagd zou zijn om over die schuur studies te doen). Een vertegenwoordiger van de IR zou aangewezig geweest zijn op een werfvergadering in 2006. Hijzelf was aanwezig op een vergadering ivm de schuurproblemen in 2007 op vraag van de architect terwijl wij op diezelfde vergadering een eigen IR/AR adviseur hadden. Wij hadden van die eerste IR nooit een offerte gekregen, geen contract getekend, hadden geen weet van enige opdrachten naar hem toe noch zagen wij ooit enige resultaten van vermeende prestaties. In 2008 stelden wij integendeel een andere IR aan van wie wij wel een offerte kregen, met wie we een contract tekenden, die stabiliteitsberekeningen uitvoerde en hierover een uitvoerig verslag voorlegde. Met de schuur zijn grote problemen ontstaan in 2007. Wij hebben toen ook onze architect uitgebreid geïnterpelleerd over de bijdrage van die eerste IR die op de plannen stond, maar de architect kon niet bevestigen dat die man geparticipeerd had. In 2009 gingen wij dagvaarden. Die IR met wie wij geen contractuele relatie hadden smeekte ons hem er buiten te laten. Immers wij hadden geen contract, zo zei hij, dus hadden we toch geen poot om op te staan. Op basis van voorgaande argumenten besloten wij samen met onze advocate de IR inderdaad niet mee te betrekken. Zijn naam op ontwerpplannen (eerder een fout van de architect dan waarheidsgetrouw) en de aanwezigheid van een vertegenwoordiger op één werfvergadering leek ons onvoldoende bewijs over zijn participatie. Wij hadden geen weet van of en welke vragen door de architect ooit aan deze IR zouden kunnen gesteld geweest zijn ivm onze woning of schuur. Zodra de IR gerustgesteld was dat hij niet mee werd gedagvaard stuurde hij ons de genoemde twee facturen: Eén over zijn vermeende prestaties ivm stabiliteit van de woning daterend 2005 en één over advies dat hij zou geleverd hebben ivm de problemen met de schuur. Hij verwees naar (en voegde toe) een offerte die hij zou hebben overhandigd aan de architect in 2005 maar die wij zelf nooit kregen en waarin een uurtarief van 75€ vermeld werd dat hij meteen ook indexeerde naar 2009. In totaal rekende hij ons meer dan 6000€ aan. Wij vonden dit alles al te grof. Onze advocate betwistte de facturen. De IR contacteerde onze advocate nog één keer maar liet het er verder bij. Recent, in juni 2019, kwam deze IR bij ons aan de deur terwijl mijn man en ik niet thuis waren. Onder bedreigend taalgebruik duwde hij een enveloppe met die oude facturen in de handen van onze kinderen. De kinderen werden erg angstig door de intimidatie van deze man. Ik nam contact op met onze (inimiddels gepensioneerde) advocate die aanraadde niet te reageren. Op 1 juli 2019 ontvinden wij een schrijven van een advocatenkantoor die de betaling van de oude facturen eiste inclusie indexatie tot vandaag en verwijlinteresten. Het oorspronkelijke bedrag was daarbij haast verdrievoudigd. De bedoeling hiervan was duidelijk om de verjaringstermijn te stuiten. Wij hebben wel wat angst want stel dat deze man er een zaak van maakt, kan hij dan op basis van één werfverslag waarop vermeld staat dat een vertegenwoordiger van zijn kantoor aanwezig was op een werfvergadering bewijzen dat wij met medeweten en akkoord hem voor ons lieten werken? De rechtszaak over de schuur is uiteindelijk 2018 afgehandeld. Wij hebben er genoeg problemen mee gehad. Ik heb op die brief van het advocatenkantoor geantwoord dat wij de facturen betwisten met toevoeging van de oude briefwisseling van onze advocate. Bovendien, heb ik gezegd, zijn de feiten verjaard aangezien niet de factuurdatum maar wel de datum waarop de (vermeende) prestaties factureerbaar waren geldt als startdatum van de verjaring. Dat zou dan 2005 en 2007 geweest zijn. Maar klopt dit en zijn we dan inderdaad nu gerust?
Bekijk