Septische put: nodig of niet?

Een septische put is niet verplicht in elke gemeente. De rioolbeheerder (gemeente, intercommunale …) staat in voor de behandeling van afvalwater. En bepaalt dus of je een septische put moet plaatsen als er riolering is in de straat.

Wel of geen septische put?

Als er geen septische put moet komen, vloeit al het huishoudelijk afvalwater naar een sifon- of verzamelput en vandaar naar de riolering. Deze put komt op de rooilijn, op de scheiding van de woningriolering en die van de straat. In bepaalde gebieden moet je, onafhankelijk van de rioolbeheerder, als particulier wel een septische put plaatsen. Bijvoorbeeld daar waar op termijn een riolering komt. Vraag dit altijd na bij je gemeente.

Afvalwater

Septische putten vind je in veel vormen en maten. Als je enkel een septische put moet plaatsen voor toiletwater (zwart water), moet de nuttige inhoud bij vijf inwoners minstens 2.000 liter bedragen. Per inwoner extra moet je 300 liter tellen. Voor zes personen zit je dan bijvoorbeeld op 2.300 liter.

Moet je septische put zowel toiletwater als ander (grijs) afvalwater opvangen (bad, douche, wasmachine, keuken). Dan plaats je een put van minstens 3000 liter nuttige inhoud (tot vijf inwoners) of 600 liter per inwoner vanaf vijf inwoners.

Materiaal

Septische putten bestaan uit kunststof of beton. Uitvoeringen in beton zijn goedkoper maar moeten een met kraan geplaatst worden, een kunststofput kan je zelf installeren. Bij betonputten heb je grote kwaliteitsverschillen. Ga bij je keuze niet alleen op de prijs af. Een septische put moet verplicht een CE-markering hebben, het BENOR-keurmerk is vrijwillig.

Gebruik ook zo weinig mogelijk chemische reinigingsproducten, bleekwater en antibacteriële middelen. Anders verstoor je de goede werking van het bacterieel leven in de put.

Werking

Een septische put verdunt afvalwater maar heeft slechts een geringe zuiverende functie. In de put bezinken de vaste bestanddelen die dan worden afgebroken door anaerobe bacteriën (septische gisting). Dat gaat gepaard met gasontwikkeling en schuimvorming. Het schuim en de lichte afvalstoffen vormen een vlottende laag en worden gedeeltelijk afgebroken en ingedikt (korstvorming). De bovendrijvende korst mag niet dikker worden dan 10 à 15 cm om de goede werking van septische put te verzekeren.

Leegmaken

Je moet de septische put niet elk jaar laten leegmaken. Een ruiming is aangewezen als de put voor meer dan 70 % is gevuld. Zo blijft die optimaal werken en wordt de sliblaag verwijderd. Loods de inhoud nooit rechtstreeks in het openbaar riool!

Het is wel aangewezen om jaarlijks na te gaan of de korst bovenin de put niet dikker is dan 15 cm. Ook mag niet meer dan de helft van het volume uit slib bestaan. Je kan dit gemakkelijk zelf controleren. Pomp de put niet helemaal leeg, zodat je het afbraakproces niet verstoort.

Sterf- of verzinkput nodig?

De overloop van de septische put ligt 5 cm lager dan de inloop. Is er geen riolering? Verbind dan de overloop met een verzink- of sterfput. Deze put met gaten geeft het water de kans om weg te sijpelen in de grond. De overloop van de put komt uit in de gracht. Ligt er wel riolering? Dan heeft een septische put weinig zin. Integendeel, het proces van verdunning breekt dan afvalstoffen af die veel beter rechtstreeks in een zuiveringsinstallatie kunnen worden behandeld.