Zowel beton als mortel (ook wel metselspecie genoemd) bestaat uit een mengsel van cement, zand en een toevoegsel of aggregaat. In deze klus lees je wat de juiste mengverhouding en wat het geschikte aggregaat of toevoegmiddel is voor de meest voorkomende toepassingen van beton en mortel.
In plaats van zelf je beton en mortel te mengen, zoals hieronder beschreven wordt, kan je ook kant-en-klare mengsels kopen. Zo verlies je minder tijd en ben je helemaal zeker dat de mengverhouding oké is. Kant-en-klare mengsels zijn wel duurder.
Materiaal: | Gereedschap: |
---|---|
|
|
Stap 1: cement kiezen voor je beton en mortel
- Cement zorgt ervoor dat het mengsel goed bindt. Het verbindt de verschillende componenten en wordt hard en stevig tijdens het dogen. We onderscheiden:
- Portland: dit grijze cement bestaat uit vermalen klinker en is het meest gebruikte cementtype.
- Wit Portland: witgekleurde versie van Portland cement, waarmee vooral esthetische en decoratieve producten en betonsoorten vervaardigd worden.
- Sneldrogend cement: dit is een cement dat vooral door de klusser toegepast wordt. Het meest geschikt voor de minder omvangrijke klussen.
- Speciale cementen: speciale cementen worden gebruikt om beton te maken dat aan extreme omstandigheden blootgesteld wordt. De bekendste types zijn sulfatenresistent cement (voor in chemisch agressieve milieus) en cement met een laag alkaligehalte. Die laatste lopen minder risico op een reactie tussen de alkaliën van het cement en de granulaten.
Stap 2: zand kiezen voor je beton en mortel
- Met zand maak je de mortel of beton dikker. Ook de eigenschappen van het mengsel veranderen afhankelijk van welk zand je gebruikt. De meest voorkomende zandsoorten zijn:
- Scherpzand of Rijnzand: zand (ook nog rivierzand genoemd) dat is opgebouwd uit grote, grove deeltjes. Ideaal voor het vervaardigen van betonspecie of om een erg duurzame metselspecie van te maken.
- Bouwzand: fijn zand, zonder grove bestanddelen. Hét zand om een solide, gladde metselspecie mee te maken.
- Zilverzand of witzand: dit zand, soms ook kwartszand of Molzand genoemd is uiterst fijn en licht van kleur. Daarom is het zeer geschikt voor esthetisch voegwerk.
Stap 3: toevoeging kiezen
- Aggregaten of toevoegmiddelen bestaan uit grote delen vanaf pakweg een halve centimeter doorsnee. Ze dienen om het mengsel steviger te maken. De meeste voorkomende aggregaten zijn:
- Puin: stenen en kiezels (vaak afkomstig van gesloopte of ingestorte gebouwen) ter versteviging van beton voor de wegenbouw of voor de aanleg van stevige funderingen.
- Ballast: combinatie van zand en grote stukken steen en kiezels. Wanneer precieze mengverhouding tussen afzonderlijke aggregaten niet belangrijk zijn, is dit de snelste keuze.
- Grind: Op maat samengestelde steentjes met allemaal min of meer dezelfde diameter. Toegepast in betonmengsels, maar ook zonder toevoegingen om bijvoorbeeld een oprit eenvoudig en snel af te werken.
Stap 4: eigenschappen perfectioneren
- Je kan het mengsel een persoonlijke toets geven om het helemaal af te stemmen op een bepaalde toepassing. De meest bruikbare middelen hiervoor zijn:
- Kalk: extra kalk verkleint het risico op scheuren en zorgt ervoor dat je het mengsel beter kan verwerken.
- Pigment: wil je een kleurtje toevoegen aan het mengsel. Dan is dit het product dat je nodig hebt.
- Waterwerend middel: voor buitenpleister of voor pleisterlagen in vochtige binnenruimtes kan je een waterwerend middel aan het mengsel toevoegen.
- Vorstbestendig middel: werk je tijdens de wintermaanden, dan is vorst nefast voor drogende metselspecie of beton. Door een vorstbestendig middel toe te voegen, neem je het zekere voor het onzekere.
Stap 5: beton en mortel mengen
- Leg de mengplaat op een vlakke ondergrond en schep alle bestanddelen op de plaat.
- Meng de bestanddelen grondig door elkaar met de schop.
- Maak een kuiltje in het midden, voeg water toe en meng het water door de mix.
- Blijf systematisch water toevoegen tot het mengsel de gewenste dichtheid bereikt heeft.