Het voegwerk heeft een grote invloed op het uitzicht van een woning. Bovendien bevordert het de duurzaamheid van het metselwerk. De voegen nemen 15 tot 25 procent van de totale muuroppervlakte in. Genoeg redenen dus om er de nodige aandacht aan te schenken.
Materiaal: | Gereedschap: |
---|---|
|
|
Stap 1: muur inspecteren
- Als je een gevel renoveert, vervang dan eerst de beschadigde gevelstenen. Loszittende gevelstenen metsel je terug goed vast.
- Maak de oude voeg open tot ongeveer 2cm diep. Je kan de voegen uitslijpen met een slijpschijf of met een hamer en beitel voor kleinere stukjes.
- Borstel het stof dat bij het uitkrabben vrijkwam weg.
- Andere onzuiverheden verwijder je met water. Je kunt hiervoor de tuinslang gebruiken.
- Werk vlak per vlak af op dezelfde dag om kleurverschil door weersomstandigheden te voorkomen.
Voeg zeker niet bij regen en vorst.
Stap 2: voegmortel maken
Zelfbereide voegmortel
- Naargelang de gewenste kleur varieert de samenstelling van de voegmortel. Voor een klassieke kleur meng je één deel witte cement met 1 deel schepkalk en zes delen scherp zand. Je kunt kiezen tussen drie zandsoorten, naargelang de tint die je wenst. Rijnzand geeft een grijze kleur, duinenzand een crème kleur en wit zand een bleke witachtige kleur. Voor een gekleurde voeg werk je beter met een kant-en-klare voegmortel.
- Meng met een truweel de ingrediënten en het water in een mortelkuip.
- De voegmortel is goed gemengd als hij plakt en een beetje korrelig aanvoelt. Om te testen of de voegmortel klaar is, neem je er een beetje van in je hand. Er mag geen water uitlopen als je het tot een bal knijpt.
Kant-en-klare voegmortel
- Met een samengestelde voegmortel ben je zeker van een consistent eindresultaat. Deze droge voegmortels bestaan meestal uit kalksteen, kalk, minerale kleurstoffen, kwartskorrels, vochtwerende producten en witte cement.
- Bereid de kant-en-klare voegmortel zoals voorgeschreven op de verpakking.
- Afhankelijk van de diepte van de voegen kom je met een zak voegmortel van 25kg toe voor 5 tot 10 vierkante meter.
De kleur van de voegmortel kies je in functie van de gevelsteen, de dakbedekking en de ramen. De kleur heeft een grote invloed op de totaaluitstraling van de gevel. Lichte voegmortel zal je gevel een lichtere indruk geven, donkere mortel zorgt voor het tegenovergestelde. Gebruik je voegmortel met nagenoeg dezelfde kleur als de bakstenen, dan krijgt je gevel een egaal, monolitisch uitzicht.
Stap 3: voegtype bepalen
- Voor je begint te voegen moet je uitmaken welk soort voeg voor jouw woning het meest geschikt is. Of welke stijl het best bij jouw smaak past. Een overzicht van de meest courante voegen:
Terugliggende voeg
De voeg ligt een paar millimeter terug ten opzichte van de gevelsteen en benadrukt zo de vorm van de steen.
Platvol gladde voeg
De voeg gaat als het ware op in de gevelsteen omdat de voegvorm een vlak gevelbeeld creëert. Vaak toegepast wanneer de voegen dezelfde kleur hebben als de stenen (ton-sur-ton).
Schaduwvoeg
De voeg wordt deels terugliggend aangebracht onder een naar buiten aflopende hoek van 45°. Goede keuze bij gevels met lange platte gevelstenen.
Verdiepte voeg
Deze volledig terugliggend aangebrachte voeg benadrukt het horizontale lijnenspel. Soms combineert men dit voegtype met metselwerk zonder stootvoegen.
Geborstelde of gekamde voeg
Met een borstel of kam breng je een bepaalde textuur aan in de rijkelijk aangebrachte voegmortel. Zo krijg je een verouderde indruk.
Stap 4: horizontale voegen bewerken
- Leg een deel van de voegmortel op de voegspaan en laat de spaan aansluiten met de horizontale voeg.
- Vul de horizontale voeg door voegmortel van de spaan in de voeg te strijken met het voegijzer. Zorg ervoor dat de voeg helemaal dicht is, anders kan er water binnendringen en voor vochtproblemen zorgen.
- Werk alle horizontale voegen op deze manier af.
Stap 5: verticale voegen bewerken
- Gebruik voor de verticale voegen (of stootvoegen) een klein voegijzer, het kleinste dat je in de handel kan vinden. Dit werkt stukken makkelijker.
- Neem wat voegmortel in je hand (draag een werkhandschoen) en druk de voegmortel met je duim tegen de buitenkant van het voegijzer. Breng het voegijzer vervolgens in een vloeiende beweging naar de verticale voeg.
- In het begin zal je hierbij voegmortel verliezen, maar eenmaal je de handeling onder de knie hebt, werkt het erg vlot.
- Als alles gevoegd is (zowel de verticale als de horizontale voegen), veeg je met een zachte borstel de resten voegmortel weg. Oefen niet overdreven veel druk uit op de borstel.
Stap 6: voegen nabehandelen
- Sterk zuigende stenen onttrekken soms te veel water uit de voegmortel, zodat die vroegtijdig uitdroogt. Om dit te voorkomen kan je de voegen nabevochtigen.
- Als het hard regent kort nadat je gevoegd hebt, is een bescherming nodig om te vermijden dat de voegen uitspoelen. Gebruik hiervoor eventueel een afdekzeil.