Een alarminstallatie is de laatste stap in je inbraakbeveiliging. Let op: als je niet eerst bouwkundige maatregelen treft, is zelfs het duurste en meest complexe alarmsysteem nutteloos. Een goed alarmsysteem bestaat uit vijf op elkaar afgestemde onderdelen.
1. Alarmcentrale
De alarmcentrale vormt het zenuwcentrum van de installatie en dirigeert het hele systeem. Hier worden de signalen van de andere onderdelen verzameld en verwerkt. Plaats de alarmcentrale in een beveiligde ruimte, anders kunnen inbrekers het systeem snel onklaar maken.
2. Detectoren
Dit zijn de ogen van de alarminstallatie. Er zijn twee soorten detectiesystemen: de volumetrische en de omtrekdetectie. Omtrekdetectie werkt met magneetcontacten op ramen en deuren. Als het contact wordt verbroken, gaat er een signaal naar de alarmcentrale. Volumetrische detectoren scannen als het ware je woning. Als er in een bewaakte kamer beweging of een temperatuurschommeling wordt geregistreerd, slaat het systeem alarm. Je kan beide detectiesystemen combineren.
3. Bediening
Via een klavier en/of scherm kan je de nodige codes en instructies ingeven. Je kan de bedieningspunten eventueel in verschillende zones van je woning plaatsen. Een tip: deel je woning op in verschillende detectiegroepen en plaats op de verdieping een extra bedieningspunt. Zo kan je, voordat je gaat slapen, het alarmsysteem op scherp zetten. Als het alarm afgaat, kan je op het scherm meteen zien uit welke kamer het signaal komt.
4. Meldsysteem
De gouden regel luidt: hoe meer lawaai, hoe harder de inbrekers schrikken en hoe sneller zij zich uit de voeten maken. De buitensirene moet uitgerust zijn met een optisch signaal, bijvoorbeeld een knipperlicht. Dat maakt het de hulpdiensten een pak makkelijker, zeker in wijken waar elke woning is uitgerust met een alarminstallatie.
5. Opvolging
Wat gebeurt er nadat je alarm in werking treedt? Er zijn twee opties voor de verdere opvolging. Je kan je abonneren op een meldkamer van een beveiligingsfirma. Zij nemen dan de volledige afhandeling van het alarm voor hun rekening, naargelang het type melding (brand, inbraak, technisch falen, …). De operatoren contacteren bijvoorbeeld eerst de door jou opgegeven contactpersonen en pas daarna de politie of de hulpdiensten. Sommige firma’s werken met eigen bewakingspatrouilles.
Een tweede optie is dat je de alarmcentrale bij problemen enkele noodnummers laat contacteren. Maak in dat geval wel goede afspraken met wie wordt opgeroepen (familie, buren, vrienden), zodat ze weten wat hun te doen staat bij alarm.
Plan al in de ruwbouwfase
Hou al in de ruwbouwfase rekening met de installatie van een alarmsysteem. Als je de bekabeling wil wegwerken, kan je het best contact opnemen met een installateur tijdens of zelfs voor de ruwbouw.