Cellenbeton, in de volksmond vooral bekend als Ytong, scoort goed bij zelfbouwers. Onder meer omdat lijmen makkelijker is dan metselen en je geen extra isolatie hoeft te plaatsen. Toch kan het op een aantal typische momenten mislopen. Of je nu een scheidingsmuur tussen twee kamers of een tuinberging wil bouwen, of het nog groter ziet: trap niet in deze vijf valkuilen.
1. Het ene blok is het andere niet
Blokken uit cellenbeton hebben verschillende densiteiten en formaten. Ze zijn dan ook níét inwisselbaar. Een blok voor een niet-dragende binnenmuur heeft andere eigenschappen dan die voor een buitenmuur. Stem formaat en densiteit af op de toepassing.
Of beter: láát afstemmen. Zelf bouwen is één ding, maar laat deze berekeningen over aan professionals. Dit is de taak van je architect, in overleg met een stabiliteitsingenieur en de blokkenfabrikant. Zij berekenen welke blokken het best geschikt zijn, gaan na hoeveel opleg de welfsels moeten hebben en bepalen de bewapening.
Bezig met een klein project waar geen architect aan te pas komt? Dan is er nog altijd de fabrikant die jou kan begeleiden en adviseren.
2. De eerste laag is niet perfect
Omdat lijmvoegen amper twee à drie millimeter dik zijn, is er geen ruimte om te corrigeren. Een eerste laag die niet perfect waterpas staat, kost je achteraf enorm veel tijd. De basis is zelfs zo belangrijk dat Xella je op de werf begeleidt als het zover is.
Ook belangrijk: de eerste rij lijm je niet, maar plaats je in een mortelbed. Op een vochtwerende folie. Maak dus niet dezelfde fout als de aannemer van deze bouwer: je moet altijd in een waterkeringslaag voorzien. Bestaat het risico dat je werf lang aan veel regen is blootgesteld tijdens vriesweer? Kies dan voor een speciale kimblok - die zijn daar beter tegen bestand.
3. De verlijming laat te wensen over
Lijmen is misschien makkelijker dan metselen, toch vereist het enige handigheid. En zijn er bepaalde richtlijnen die je moet volgen:
- Een koordje bewaakt of het blok over de lengte pas ligt. Check met een kleine waterpas of dat over de breedte ook het geval is.
- Maak met de lijmkam een licht trillende beweging.
- Als het blok op zijn plaats zit, verwijder dan met een truweel de lijm die uit de voegen komt. Die smeer je in het handvat van een andere steen.
- Geen tand- en groefverbinding? Lijm dan ook de opstaande zijde van het vorig blok.
- Dek de bovenste laag af als je de werf verlaat. Als er langs boven vocht insijpelt, kan die de lijm wegduwen.
- Lijm niet als het vriest!
4. Lijmen is meer dan lijmen alleen
Een verlijmde muur cellenbeton is meer dan enkel lijm en blokken. Je moet ook wapening voorzien. Binnen- en buitenmuren verbinden met een bandijzer. Dilatatieankers plaatsen. Veerankers bevestigen als verbinding met betonnen kolommen... Gedetailleerde bouwplannen zijn onmisbaar!
5. De pluggen en nagels zijn niet aangepast
Klaar met bouwen? Laat je muren dan mooi intact en kies aangepaste pluggen en nagels als je iets wil ophangen. Want in tegenstelling tot een klassieke snelbouwsteen, is cellenbeton vol. Boor ook één millimeter minder breed dan de plug zelf. Gebruik nooit een klopboor.
Weet je op voorhand waar zware voorwerpen als een boiler of hangtoilet komen? Dan kan je op die plaats in een betonnen latei voorzien en op een 'klassieke' manier verankeren.
Kanttekening
Dit artikel bespreekt uiteraard niet alle do's en don'ts van bouwen met cellenbeton. Er komt veel meer bij kijken. Hoe grootschaliger je project, hoe belangrijker om je te omringen met professionals die je begeleiden.