Zijn je automatische zekeringen en differentieelschakelaars nog niet doorverbonden? Doe dat dan eerst op basis van de klus ‘Hoe je zekeringkast voorbekabelen?’. Gebeurd? Dan is het tijd om de verschillende kringen en aardingen aan te sluiten. In deze klus bevindt de hoofddifferentieelschakelaar voor de ‘niet-vochtige’ kringen (300 milliampère) zich onderaan en die voor de ‘vochtige’ kringen (30 milliampère) zich bovenaan in de kast.
Let op: begin alleen met deze klus wanneer je voldoende kennis over of ervaring met elektriciteit hebt. Zoniet, schakel een vakman in! Hou vooraf ook altijd rekening met de volgende opmerkingen:
- Volg de voorschriften van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en van de fabrikant op
- Zorg ervoor dat je altijd spanningsloos werkt (dit kan je controleren met een degelijke spanningstester of voltmeter
- Informeer naar de specifieke eisen van je lokale distributienetbeheerder. Dit naar de plaatsing van de meterkast, voedingskabels, de meter-bordverbinding,… toe.
- Laat je nieuwe installatie controleren door een erkend keuringsorganisme (EDTC) voordat je deze in gebruikt neemt. Dit is bij wet verplicht. Zo’n controle is ook een garantie voor jou naar veiligheid, juridische en verzekeringskwesties toe.
MATERIAAL: | GEREEDSCHAP: |
|
|
Stap 1: hang je zekeringkast op
- Doe dit met de gepaste bevestigingsmiddelen en via de geschikte voorzieningen (bijvoorbeeld via de voorziene uitsparingen in de hoeken). Plaats de zekeringskast altijd op een goed bereikbare plek. En op een ideale hoogte van ongeveer op 1m50.
- Zorg dat je kabeldoorgangen boven- en onderaan de kast vrij zijn.
- Gebruik daartoe voorziene invoerwartels (of een alternatieve toepassing naargelang de voorschriften van de fabrikant).
- Vergeet niet de verplichte stickers – het bliksemschichtlogo en de netspanningsaanduiding – op de voorkant van de kast te kleven. Heb je meerdere kasten, benoem dan ook je kast.
- Schroef de kast vast tegen je muur.
- Sluit de hoofdaardgeleider (VOB 16mm² geelgroen) aan op de hoofdaardingsrail.
Stap 2: sluit de kabel van je meterkast aan (de meter-bordverbinding)
- Om te weten welke kabel je moet gebruiken als meter-bordverbinding – die tussen je meter- en zekeringkast - raadpleeg je je distributienetbeheerder. Die zal bijvoorbeeld in functie van je gevraagde aansluitvermogen een kabel met een bepaalde sectie voorschrijven.
- Je begint best eerst met de dikste en stugste kabel nu je nog plaats op overschot hebt in je zekeringkast. En dat is de kabel tussen je meter- en zekeringkast. Dit een XVB-kabel zonder aarding. Werk je met een monofasige aansluiting, dan knip je de zwarte en grijze kabel weg. Je houdt dan nog de blauwe en bruine kabels over.
- Leid de kabels achter de differentieelschakelaar van 300 milliampère door. Verbind de kabels bovenaan de schakelaar. Meestal komt de bruine geleider op de linkse klem en de blauwe op de rechtse klem. Wanneer een klem met de letter “N” is aangeduid, komt hierop in elk geval de blauwe geleider.
- Om de verbinding vrij te maken, gebruik je een ontmanteltang. Zorg ervoor dat je de geleiders voldoende ontbloot, zodat de volledige nuttige lengte van de klem benut wordt. Alleen zo verzeker je een goed contact met de klem. Let bij het ontmantelen van de geleiders wel op dat je ze niet te ver “afstript”. Zo blijven er geen naakte koperen delen blootliggen na aansluiting.
- Schroef alles vast en dek daarna de schroeven af met de daartoe voorziene verzegelplaatjes.
- Ook de voedingskabel voor een kookfornuis is meestal dikker. Je sluit dus ook deze best aan in het begin.
Stap 3: verzamel je aardingskabels onderaan de kast
- Laat alle (geelgroene) aardingsgeleiders van al je kabels samenkomen onderaan je kast. Zo kan je ze allemaal gemakkelijk tegelijk aansluiten eens al je andere kabels zijn verbonden.
Stap 4: verbind de kabels voor je stopcontacten
- De kringen met uitsluitend stopcontacten sluit je aan op een automatische zekering van maximum 20 Ampère met een kabel van 2,5 mm² voor vaste installatie van stopcontacten.
- Sluit zo al deze kringen met stopcontacten aan. Je bruine en blauwe draden komen aan op de bovenkant van de automatische zekeringen. Zoals uitgelegd bij het aansluiten van de meter-bordverbinding op de differentieelschakelaar, let ook hier op dat je de geleiders voldoende ontbloot voor een goed contact. Maar niet te veel zodat er geen bloot koper zichtbaar is.
- Let op: je mag niet meer dan acht enkelvoudige of meervoudige stopcontacten plaatsen op een kring met stopcontacten.
Stap 5: koppel je verlichtingsdraden
- De kringen voor de verlichting verbind je met een automatische zekering van maximum 16 Ampère. De geleiders van de kabels of voorbedrade buis hiervoor zijn minimum 1,5 mm² dik (en minstens 2,5mm² in geval van een kring met stopcontacten).
- Gebruik je dimmers? Dan kan je ook deze bijplaatsen in de kast op de DIN-rail.
- Sluit je aardingsdraden aan
- Ontmantel een eindje van je aardingsdraden (PE-beschermingsgeleiders) af en steek of schroef deze vast in de voorziene aansluitingen op de aardingsrail. Probeer altijd de geleider langs de bovenkant in de klem in te voeren. Komt de aarding toch ooit los te zitten, dan valt die er ten minste al niet vanzelf uit.
Stap 6: controleer nog eens alle schroeven
- Losse schroeven kunnen brand veroorzaken. Kijk dus goed of er nergens nog een losse schroef zit.
- Doe na een aantal maanden nog eens de controle.
Stap 7: werk je zekeringkast af
- Dek je kast ten slotte af met het deksel en bedek alle open plaatsen in je zekeringkast nog met afdekplaatjes.
- Breng een identificatie aan bij de differentieelschakelaars en de automaten met de letters die overeenstemmen met de benaming van de kring op het eendraadschema.
Wil je nog een extra zekeringkast monteren?
Bijvoorbeeld op zolder of in je tuinhuis? Hou dan nog rekening met de volgende tips:
- Zorg ook hier voor een goede bereikbaarheid en hoogte (ongeveer 1m50) van de zekeringkast.
- Gebruik zeker bij lange kabels (vooral in het geval van een tuinhuis) een voldoende grote draadsectie (6 of 10 mm²). Zo voorkom je een verlies in spanning en loop je geen gevaar op te lage kortsluitstromen, waardoor de automatische zekering misschien niet optimaal meer zou kunnen werken bij kortsluiting.
- Stel de beveiliging in de hoofdzekeringkast af op de draadsectie van de kabel die dient voor het voeden van de bijkomende zekeringkast.
- Je hoeft geen differentieel in het nieuwe bord te plaatsen als in het hoofdbord van de installatie al een algemene differentieelstroominrichting geplaatst is en van daaruit wordt afgetakt. Als er op zolder ruimtes of toestellen met vochtgevaar zijn (badkamer, wasmachine, droogkast, ...) dan zal de voedingskabel van het nieuwe bord moeten afgetakt worden na de bijkomende differentieelstroominrichting van 30 milliampère.
- Als er geen zware verbruikers zijn op de zolderkamers (zoals bijvoorbeeld meerdere elektrische verwarmingstoestellen), dan volstaat het om een automaat te plaatsen van 25A in het bestaande bord. In het nieuwe bord kan je dan de opsplitsing van de kringen maken met automaten van 16A voor de verlichting en automaten van 20A voor de stopcontacten.
- Leg je kabels onder de grond in je tuin, let dan op dat je de juiste kabels gebruikt. XVB-kabels zijn hier niet voor geschikt, EXVB-kabels, met bijkomende mechanische bescherming, of EVAVB-kabels wel.