Luchtdichtheid speelt een steeds belangrijkere rol in de race naar zo energiearm mogelijke woningen. Luchtdicht bouwen betekent zoveel als het aantal luchtlekken tot een minimum beperken. Want een luchtlek brengt warmteverlies met zich mee, staat een gecontroleerde ventilatie in de weg, kan bouwschade veroorzaken door interne condensatie én zorgt voor akoestische hinder.
Aandacht voor voegen
Er zijn drie bouwschillen die ter sprake komen bij de luchtdichtheid van een gebouw: de vloeren, het dak en de muren. Vooral die twee laatste zones vragen extra aandacht. Bij de muren spelen het buitenmetselwerk, maar vooral de afwerking van de binnenmuren, een grote rol. Voor het metselwerk van de binnen- en buitenmuur is het belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de voegen zelf.
Belangrijke rol voor binnenmuur
Een tweede aandachtspunt is hoe ramen, deuren, roosters, … zijn aangesloten op dat metselwerk. Deze elementen doorbreken namelijk de muren en kunnen dus voor luchtlekken zorgen. De afwerking van de binnenmuur speelt een nog belangrijkere rol. Vooral pleisterwerk zorgt voor een goede luchtdichtheid, maar ook hier moet je oppassen met de aansluitingen op ramen en deuren. Om open kieren te vermijden moet je de aansluiting tussen de muur en de doorbreking aftapen of afkitten. Het zit ‘m in de details. Als de elektricien te diep in de binnenmuur kapt, tot in de spouw, om een stopcontact te plaatsen, zit je met een zeer groot luchtlek.
Ook de aansluiting van de vloer op de binnenmuur kan zorgen voor een luchtlek. Het pleisterwerk stopt net boven de vochtkering. Zorg dus dat het stukje muur achter de plint ook luchtdicht wordt afgewerkt, met een cementering bijvoorbeeld.
Wat met de spouw?
Om geen convectiestromen te krijgen achter je isolatie, moet de isolatie in de spouw goed aansluiten. Zacht isolatiemateriaal zoals minerale wol heeft als voordeel dat het beter op elkaar aansluit en de kans op lekkende naden kleiner wordt dan bij harde platen. Maar dat nadeel van harde platen kan je wegwerken met tape. Een veelgebruikte oplossing is het werken met twee lagen. Je kan de spouwmuur ook volspuiten met isolatiemateriaal. Zo heb je één doorlopend isolatieschild dat naadloos aansluit op alle onderbrekingen zoals ramen en deuren.
Perfect aansluiten
Bij een dak is een goed geplaatste damprem, wat sowieso nodig is, ook meteen goed voor de luchtdichtheid. Terwijl een sarkingdak - waarbij de isolatie aan de bovenzijde van de draagconstructie zit - één doorlopende isolatiemantel vormt, kan je ook isoleren aan de binnenzijde van het dak. Zo krijg je een goede aansluiting met de isolatieschil van vloer en muren.
Een sarkingdak is op zich beter luchtdicht, maar vraagt extra aandacht bij de uitvoering om geen risico’s te lopen bij de aansluiting op muren en oversteken. Vergelijk het met een pot en een deksel. Het deksel op zich is goed, maar het moet ook overal perfect aansluiten op de pot, anders heb je er niets aan.
Luchtdichtheid meten
Na de definitieve oplevering kan de luchtdichtheid van je woning gemeten worden. Dat gebeurt o.a. met een blowerdoortest. Die spoort de kleinste gaatjes en kiertjes op waarlangs lucht ontsnapt. Zo kan je die nog bijkomend luchtdicht afwerken voor een optimaal resultaat.