Waag je je voor het eerst aan een eigen moestuin? Dat is niet alleen een rustgevende hobby, je kan in het oogstseizoen ook elke dag op verse groenten, kruiden en fruit rekenen. Weet je niet wat je als beginner best als eerste zaait en plant in je moestuin? Ontdek vijf soorten groenten en fruit die bijna niet kunnen mislukken en zeker niet mogen ontbreken in een moestuin voor beginners.
1. Sla
De meeste slasoorten hebben niet veel nodig om snel te groeien. Vanaf maart kan je sla al beginnen zaaien of planten. De truc is om de periode waarin je dat doet goed te spreiden en na een of twee weken telkens wat bij te zaaien. Zo kan je wel een half jaar lang sla oogsten (ongeveer van mei tot oktober) en zit je nooit met een surplus. Een paar weken tot een maand nadat je hebt gezaaid, kan je al een eerste keer oogsten. Hou je van wat afwisseling? Experimenteer gerust met verschillende soorten, zoals veldsla, ijsbergsla of rucola. Belangrijk: bedek de slazaadjes niet helemaal met aarde. Ze hebben zonlicht nodig om te groeien. En pas op voor slakken zodra je sla blaadjes krijgt.
Tip voor beginners: Tijd om te oogsten? Snij de sla niet te dicht bij het groeipunt af. Zo groeien er nieuwe blaadjes aan.
2. Spinazie
In een moestuin voor beginners mag spinazie zeker niet ontbreken. Niet alleen omdat je het op verschillende manieren kan klaarmaken. Je hebt er ook weinig werk aan: plant een aantal zaadjes met genoeg plaats om te groeien (op 10-15 cm van elkaar) en de natuur doet de rest. Alleen als het echt droog is, moet je ze wat water geven. Overweeg zeker om verschillende soorten te combineren: zomerspinaziesoorten kan je soms al zaaien vanaf februari, terwijl je winterspinazie makkelijk kan oogsten tot in november. Het leuke aan spinazie is bovendien dat je van één plant meerdere keren kan oogsten. Dat geldt zeker als je vooral de hoogste blaadjes plukt of afsnijdt.
Tip voor beginners: Wil je (bijna) het hele jaar door op verse spinazie kunnen rekenen? Plant dan om de paar weken een nieuwe rij zaadjes.
3. Courgettes (en pompoenen)
Courgettes hebben redelijk wat plaats, zonlicht en bemesting nodig om te groeien. Eén courgetteplant eist al snel 1 m² grond op. Gelukkig krijg je er heel wat voor terug. Het ideale moment om courgettezaadjes te planten? Tussen midden mei en midden juni. Steek de zaadjes schuin met de punt naar beneden tot 2 cm diep in de grond. Na twee weken begin je ze best water te geven, na twee maanden kan je een eerste keer oogsten. Laat je courgettes niet groter worden dan 20 cm en oogst ze regelmatig: zo levert één plant je makkelijk twintig stuks op. Ook familielid pompoen is een dankbare groente in een moestuin voor beginners. Pompoenen kan je gewoon laten kruipen of klimmen waar ze willen.
Tip voor beginners: Let de eerste weken goed op dat er geen slakken aan je courgetteplantjes komen knabbelen. Probeer ze op een ecologische manier te bestrijden.
4. Radijzen
Radijzen zijn een van de makkelijkste groentesoorten om te kweken. Ze zijn niet kieskeurig op vlak van grondsoort en vergen amper onderhoud: ideaal voor beginners. Het enige wat ze nodig hebben is wat losse grond en regelmatig een scheut water. Bovendien heb je er snel voldoening van: radijzen kan je zaaien vanaf begin maart en een paar weken later zijn ze al klaar om te oogsten. Zaai je radijzen 1 cm diep in de grond, maar laat er wel 5 à 10 cm plaats tussen: anders blijven de radijsjes aan de kleine kant. Gebruik eventueel een biologisch afbreekbaar zaailint om de juiste afstand tussen de zaadjes te bewaren. En wissel gerust af tussen verschillende soorten. Er bestaan niet alleen de klassieke rode, maar bijvoorbeeld ook witte, gele en zelfs lange radijzen.
Tip voor beginners: Geef je radijsjes genoeg water. Anders verliezen ze hun sappigheid en krijgen ze een scherpe smaak. Ook als je ze wat dikker laat worden, krijgen ze extra pit. De kleinere haal je er dan weer best tussenuit: dat komt de smaak van de mooiste exemplaren ten goede. Radijzen zijn trouwens het lekkerst als je ze meteen na het oogsten opeet. En wist je dat ook het loof lekker is in een zomers slaatje?
5. Bessenstruiken en fruitbomen
Wil je niet alleen van verse groenten, maar ook van je eigen fruit genieten? Dan zijn bessenstruiken een ideale instapper: ze zijn goedkoop, hebben weinig onderhoud nodig en brengen heel wat vruchten op. Dat geldt zowel voor frambozen als rode, blauwe en braambessen. Maar ook een kruisbes of de minder bekende Japanse wijnbes kan erg lekker zijn. Heb je een grote tuin met veel plaats? Overweeg dan zeker om een paar fruitbomen te planten: appels, peren, kersen, pruimen, vijgen,… keuze zat! De kans is bovendien reëel dat je meer tijd besteedt aan fruit plukken dan aan takken snoeien.
Tip voor beginners: Heb je een kleine tuin of alleen een terras of balkon? Dan kan je sla, kerstomaatjes en kruiden kweken in een lange kruidenbak of vierkantemetertuin. Ook in een verticale tuin of op een groendak heb je weinig plaats nodig om een moestuin aan te leggen.
Klaar om de handen uit de mouwen te steken?
Voor je aan de slag gaat, hou je best rekening met een aantal praktische zaken. Om te beginnen achterhaal je best welke grondsoort er in je tuin ligt. Zo krijg je een beter idee over de geschiktste groentesoorten en de ideale meststoffen om ze te helpen groeien. Informeer je bovendien over de specifieke eigenschappen van iedere groente die je plant. Kies een plaats met genoeg beschutting en zonlicht en teken op voorhand een grondplan uit. Hou ook altijd een perkje vrij. Zo kan je ieder jaar opschuiven en hou je de grond vruchtbaar. En denk eraan dat je een moestuin elke week wat moet onderhouden, vooral om onkruid te vermijden.