Inloopdouches zien er eleganter uit dan hoge douchebakken met een gordijn of een douchecabine. Maar om vocht, schimmels en loskomende tegels te vermijden, maak je je inloopdouche best waterdicht. Volg deze zes stappen.
Stap 1: Bescherm de ondergrond
Keramische tegels, kitten en lijm zijn waterwerend maar niet waterdicht. Via scheuren en voegen kan nog altijd vocht in de wand of vloer doordringen. Een waterdichte inloopdouche begint dan ook met een goede bescherming van de ondergrond en aansluitingen.
Stap 2: Kies de juiste basis voor je inloopdouche
Cementgebonden pleisters zijn beter bestand tegen vocht dan gipsgebonden pleisters. Ook interessant zijn betegelbare platen met een kern van hardschuim, die specifiek bedoeld zijn voor natte ruimten.
Stap 3: Zorg voor een waterdicht membraan
Voor je gaat betegelen, zorg je op de vloeren en wanden voor een waterdicht membraan. In veel gevallen worden hiervoor afdichtingsdoeken in polyethyleen gebruikt. Er bestaan ook pasta's en vloeibare waterdichtingen.
Stap 4: Let op de details
Hoeken, naden, doorvoeren van buizen en de zone rond de douchegoot of -put zijn extra gevoelig. Je maakt ze waterdicht door ze te behandelen met een coating en daarna hoekstukken, buismanchetten of afdichtingsstroken aan te brengen.
Stap 5: Zorg voor een goede waterafvoer
Als je je vloertegels laat doorlopen in de douche, dan moet in de dekvloer een afschot worden aangebracht. Dat afschot zorgt voor de waterafvoer, zodat het water naar de douchegoot loopt. Het is aan te raden om een afschot van de douchevloer aan te houden van 1 á 2 cm per meter. Je kan ook kiezen voor een betegelbaar vloerelement met daarin een geprefabriceerde helling en plaats voor de afvoer.
Stap 6: of liever een douchebak?
Een doorlopende betegeling oogt strak, maar heeft ook de reputatie wat vochtgevoeliger te zijn. Een douchebak daarentegen is naadloos uitgevoerd en dus perfect waterdicht. Let er wel op dat de bak niet te veel kan bewegen en dat je voegen overal goed afkit.