Verwarm jij je woning met een warmtepomp? Dan haal je met deze tips van expert Jens Dewaele, productmanager bij Stiebel Eltron en warmtepompspecialist, een beter rendement.
Onderstaande tips helpen het rendement van je warmtepomp verhogen, maar ook bij de aankoop maak je belangrijke keuzes. Kijk naar het energielabel: warmtepompen met een A++-label zijn het efficiëntst. Jens Dewaele nuanceert: “Het energielabel vermeldt de efficiëntie voor zowel W35 (vertrektemperatuur voor verwarming op lage temperatuur) als W55 (vertrektemperatuur voor sanitair warm water of verwarming op hogere temperatuur). Slechts weinig warmtepompen behalen A++ voor W55.”
1. Verwarm op lage temperatuur
“Je kan de beste warmtepomp hebben, als je ze niet correct inregelt en op een ideaal verwarmingssysteem aansluit, behaal je nog een slecht rendement”, zegt Jens Dewaele. Daarom raadt hij aan te werken met een lage stooklijn (verhouding tussen de vertrektemperatuur van het verwarmingswater en de buitentemperatuur) en de vertrektemperatuur van het cv-water sowieso te beperken tot maximum 40 graden.
“Dat kan met vloerverwarming, met overgedimensioneerde radiatoren of ventiloconvectoren. Een andere optie, minder vaak toegepast in woningen, is betonkernactivering. Daarbij zijn de cv-leidingen geïntegreerd in de welfsels om op nóg lagere temperaturen te verwarmen.”
2. Hou de temperatuur in huis constant
“Hoe constanter de binnentemperatuur, hoe hoger het rendement van je warmtepomp. Stel dat je de verwarming afzet, bijvoorbeeld ’s nachts, dan is het verschil tussen de werkelijke en de gewenste binnentemperatuur ’s morgens zo groot dat het systeem automatisch de stooklijn aanpast. Daardoor verhoogt de vertrektemperatuur en werkt je warmtepomp minder efficiënt.”
“Daarom raad ik mensen aan om de gewenste temperatuur altijd constant te houden, ook ’s nachts of als je op vakantie gaat. Idealiter verlaag je de gevraagde temperatuur maximum met één graad.”
3. Beperk de bijverwarming
Je warmtepomp beschikt over een elektrische weerstand voor noodverwarming op extreem koude dagen. “Hoe vaker die elektrische weerstand moet bijspringen, hoe lager het rendement van je warmtepomp”, tipt Jens.
“Daarom moet je installateur het vermogen van de warmtepomp zo goed mogelijk berekenen. Bij nieuwbouw gebeurt dat met een warmteverliesberekening op basis van het startverklaringsformulier van je EPB-aangifte. Bij renovaties dient het gas- of stookolieverbruik van het voorbije jaar als indicatie.”
Opgelet: bodem-waterwarmtepompen worden niet op dezelfde manier gedimensioneerd als lucht-waterwarmtepompen. “De temperatuur van de ondergrond is doorheen het jaar vrij stabiel, terwijl een lucht-waterwarmtepomp ook bij zeer lage buitentemperaturen nog goed moet functioneren”, zegt Jens Dewaele.
4. Beperk de temperatuur van warm water
Hoe hoger de temperatuur van je sanitair warm water, hoe harder je warmtepomp moet werken en hoe lager het rendement. “Voor een klassieke boiler op elektriciteit of gas zijn watertemperaturen van 60 of 70 graden heel gewoon. Bij een warmtepomp beperk je de temperatuur beter tot 45 à 50 graden.”
“Opgelet: om toch nog in alle comfort te genieten van een bad of douche moet je boilervat bij een warmtepomp minstens anderhalve keer groter zijn dan bij een klassieke installatie.”
5. Beperk actieve koeling
Met een bodem-waterwarmtepomp koel je in de zomer heel energiezuinig passief: de warmtepomp geeft de koelte uit de bodem dan af aan het water in de cv-leidingen, zonder dat de compressor in werking treedt. Tegelijkertijd stockeer je warmte in de grond, die je in de winter opnieuw kan gebruiken. Deze ‘regeneratie’ zorgt voor een hoger rendement.
Met een lucht-waterwarmtepomp, kan je alleen actief koelen: in plaats van warmte te onttrekken aan de buitenlucht, onttrekt het systeem warmte via de vloerverwarming of ventiloconvectoren. Dat is soms handig, maar volgens Dewaele koel je best zo weinig mogelijk actief.
Enkele tips om oververhitting te vermijden:
- Zonwering: met screens, rolluiken, een dakoversteek …
 - Nachtventilatie: door boven en beneden een raam open te zetten.
 - Free cooling: hierbij meng je binnen- en buitenlucht via je ventilatiesysteem. Dit is mogelijk als het binnen 4 graden warmer is dan buiten.
 
6. Laat je installatie nakijken
In tegenstelling tot stookketels op gas of stookolie, ben je meestal niet verplicht om je warmtepomp jaarlijks of tweejaarlijks te laten nakijken. Toch is een regelmatig nazicht aangewezen, stelt Jens Dewaele. “De installateur maakt dan onder meer de verdamper zuiver (deze onttrekt warmte aan de buitenlucht, red.) en kijkt na of de condensafvoer en het koelcircuit nog goed werken. De prijs van het nazicht verdien je terug door een betere werking.”
Bij bodem-waterwarmtepompen is een regelmatige controle minder belangrijk, aangezien deze geen buitenunit hebben.

Kies nieuwe ramen en deuren voor je woning in 3 stappen
Nieuwe ramen en deuren dragen bij aan een energiezuinige en stijlvolle woning.
 
 
 
 
 
 
 
 .jpg?w=760&auto=format&ar=4%3A3&fit=crop&crop=faces%2Cfocalpoint&corner-radius=10&mask=corners&lossless=true&s=7cb56631f801ca8e37281c0b3583d06f)

.jpg?w=760&auto=format&ar=4%3A3&fit=crop&crop=faces%2Cfocalpoint&corner-radius=10&mask=corners&lossless=true&s=6cbe2d4043d7462ab7da5284b46671b7)



