"De ideale wandopbouw bestaat uit een wind- en waterdichte laag aan de buitenkant," weet Paul Eykens van de firma IsoproC. "Deze laag kan een folie zijn of een plaatmateriaal (eventueel isolerend, waardoor de koudebruggen gevormd door het hout meteen thermisch onderbroken worden), maar is in elk geval bij voorkeur dampopen."
"Een OSB-plaat is dampremmend en hoort niet thuis aan deze kant van de opbouw. De damprem plaatst men aan de binnenzijde van de isolatie om daar waterdamp tegen te houden. Kiest u als damprem voor een OSB-plaat dan kan deze meteen fungeren als 'uitstijving'."
"In uw geval zit deze dampremmende OSB-plaat al aan de buitenzijde van het skelet met daarover heen bovendien een 'dampremmende, vochtwerende folie'. Hopelijk is hier enige begripsverwarring en is deze folie, ondanks het feit dat ze waterdicht is, wel degelijk dampopen. Als we er vanuit gaan dat uw folie inderdaad dampopen is (gelieve te checken bij uw aannemer/handelaar: equivalente luchtlaagdikte µd = 0,1m), kan men de situatie nog rechttrekken met een aangepaste damprem aan de binnenzijde van het skelet: een vochtgestuurde (of "intelligente") damprem is behoorlijk dampremmend in de winter waardoor er weinig waterdamp van binnenuit in de wand dringt. Wanneer de temperatuur buiten stijgt en waterdamp vanuit de wand probeert te ontsnappen naar binnen toe wordt de vochtgestuurde damprem meer dampopen, waardoor de constructie kan uitdrogen. Dat op voorwaarde dat de binnenafwerking deze uitdroging niet belet. De gipsvezelplaten passen perfect in deze opbouw."
"Bij dit alles moet echter nog een belangrijke bemerking gemaakt worden: deze mooie principes worden teniet gedaan indien de constructie aan de binnenzijde niet luchtdicht is. Omdat alleen stilstaande lucht isoleert, verliest je isolatie zo heel wat aan kracht. Bovendien komt er bij een gebrekkige luchtdichtheid ook heel wat vocht in je wand via ongewenste luchtstromen. Daarom moet je zorgen voor de luchtdichte aansluiting van de banen damprem zowel onderling als met aanpalende constructie-elementen zoals raam- en deurkaders, dakvlakken, e.d."
"Ook ter plaatse van scheidingswanden en tussenvloeren dient dit luchtscherm ononderbroken door te lopen. Belangrijk is bijgevolg ook deze luchtdichte laag niet te perforeren voor het doortrekken van leidingen, maar deze te leggen in een leidingenspouw van enkele cm tussen damprem en binnenafwerking. Jammer genoeg scoren de meeste gebouwen opgetrokken in houtskeletbouw niet goed op het vlak van luchtdichtheid, ondermeer omdat leidingen, stopcontacten enz. het dampscherm perforeren. Dat houtskeletbouw nochtans heel goed kan scoren op het vlak van isolatie en luchtdichtheid bewijzen de talrijke passiefhuizen en laag-energieprojecten uitgevoerd volgens deze bouwwijze."
"Ten slotte raden we ja aan een luchtdichtheidstest uit te laten voeren bij dergelijke 'delicate' of onlogische opbouw met een dampremmende laag aan de buitenzijde. Deze test gebeurt met behulp van een krachtige ventilator na het aanbrengen van de damprem aan de binnenkant, maar voor het bevestigen van de binnenafwerking, zodat nog de nodige herstellingen kunnen worden uitgevoerd," aldus Paul Eykens."