Livios schotelde deze vraag voor aan Tim Biebaut van Modulelec ."Er bestaat nogal wat verwarring over de minimale afstand tussen elektrische en niet-elektrische leidingen. In het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) stond vroeger in artikel 202 dat een afstand van 3 cm als voldoende werd beschouwd. Door de wijziging van het artikel 202 (25 april 2004), is er niet langer sprake van een minimale afstand. De basisregel is dat er geen gevaarlijke wederzijdse invloed mag bestaan tussen elektrische en niet-elektrische leidingen. Bijkomend zijn er een paar regels ter verduidelijking van deze algemene regel:
- In de nabijheid van verwarmings- of warme luchtleidingen en schoorstenen, mogen de elektrische leidingen het risico niet lopen om op een voor hen schadelijke temperatuur te worden gebracht. Dit kan bekomen worden door een voldoende afstand te respecteren of door het plaatsen van een warmtewerend scherm;
- Elektrische leidingen mogen niet in schoorstenen, ventilatie- of ontrokingskanalen geplaatst worden;
- Elektrische leidingen mogen niet in parallel onder leidingen geplaatst worden die condensatie kunnen veroorzaken (stoom-, gas en waterleidingen) tenzij er een bijkomende bescherming wordt voorzien (bvb. scherm);
- Elektrische leidingen mogen enkel gegroepeerd worden met andere leidingen in een gemeenschappelijk aanlegsysteem (bvb. koker, kabelkanaal, goot), indien tegelijkertijd aan volgende twee voorwaarden is voldaan:
1. de elektrische leiding kan de niet-elektrische leiding niet op een gevaarlijke spanning brengen (gebruik van bijkomende isolatie, opletten voor scherpe randen);
2. de elektrische leiding is degelijk beschermd tegen de gevaren te wijten aan de aanwezigheid van andere leidingen.
Opmerking. Onder gevaren te wijten aan de aanwezigheid van andere leidingen, wordt onder andere verstaan: temperatuursverhoging, condensatie- en vochtgevaar, overstromingsgevaar, gevaar op mechanische beschadiging, ...
Samengevat kunnen we dus zeggen dat er geen minimale afstand te respecteren is, maar dat er moet voor gezorgd worden dat de elektrische leidingen niet kunnen beschadigd worden (temperatuur, vocht, beschadigen van isolatie, ...), en dat de niet-elektrische (metalen) leidingen niet op een gevaarlijke spanning kunnen worden gebracht (beschadiging van isolatie door scherpe randen bvb.). In de praktijk is het zeker aanbevolen om elektrische leidingen nooit aan andere leidingen te bevestigen en om fysisch contact tussen beide leidingen te vermijden. Indien het niet anders kan, zijn bovenstaande regels nauwgezet op te volgen. "