Advocaat Wouter Tomsin van advocatenkantoor Monard D’Hulst geeft volgend antwoord:
Bouwvergunning: De algemene regel is dat men voor het bouwen, verbouwen en plaatsen van vaste inrichtingen, een vergunning nodig heeft. Deze begrippen worden zeer ruim geïnterpreteerd.
Art. 99 §1 van het Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 99 bepaalt:
“Onder bouwen en plaatsen van vaste inrichtingen, zoals bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt verstaan het oprichten van een gebouw of een constructie of het plaatsen van een inrichting, zelfs uit niet-duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan, ook al kan het ook uit elkaar worden genomen, verplaatst of is het volledig ondergronds. Dit behelst ook het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een vaste inrichting of constructie ontstaat, en het aanbrengen van verhardingen.”
De schouw steunt op de muur dewelke op haar beurt is geïncorporeerd in de grond. M.a.w., voor het plaatsen van een schouw aan de buitengevel dient men een stedenbouwkundige vergunning aan te vragen. Werken aan het dak en de gevels zijn, behoudens enkele uitzonderingen, vergunningsplichtige werken.
Het plaatsen van de inox-kachel binnen in de woning is niet vergunningsplichtig. Art. 3, 2° van besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 bepaalt ondermeer dat de plaatsing van verwarmingsinstallaties binnen een gebouw niet aan de aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning onderworpen is. Art. 3, 3° stelt dat inrichtingswerkzaamheden binnen een gebouw of de werkzaamheden voor de geschiktmaking van lokalen eveneens vrijgesteld zijn van een vergunning.