Advocaat Vanlaere van advocatenkantoor Monard D’Hulst geeft volgend antwoord:
“Er bestaat in België inderdaad een regeling inzake tuinmuurhoogtes. Hieronder een overzicht:
Algemeen (wettelijke regeling):
Een scheidingsmuur moet volgens de wet steeds een hoogte hebben van drie meter en twintig centimeter in steden met meer dan 50.000 inwoners. In andere steden moet een scheidingsmuur twee meter zestig zijn. Op het platteland zijn er geen wettelijke minimumafmetingen opgelegd.
uitzonderingen:
Het is ook steeds van belang om te kijken waar de tuinmuur staat. Er zijn namelijk gebruiken en verkavelingsvoorschriften die kunnen afwijken van de wettelijke voorschriften.
In de streek waar uw woning gelegen is kunnen bepaalde vaste en erkende gebruiken gelden, inzake de hoogte van afsluitingen. Of er zulke gebruiken van toepassing zijn moet u navragen op de griffie van uw vredegerecht.
Ook als uw woning gelegen is in een verkaveling, BPA of een RUP dan zullen er hoogstwaarschijnlijk wel voorschriften zijn met betrekking tot de hoogtes van afscheidingen tussen percelen, die kunnen afwijken van de wettelijke regeling. Bij uw gemeente kan u navragen of uw woning gelegen is binnen dergelijke plannen die eigen afwijkende voorschriften hebben met betrekking tot de hoogte van tuinafsluitingen.
De verhoging:
Er bestaat een recht om een gemene muur te verhogen. Maar ‘the sky is not the limit’. De verhoging van de gemene muur mag dus geen last veroorzaken bij de andere buurman, zoals een beperking van de lucht- en de lichtinval. De verhoging moet technisch ook haalbaar zijn natuurlijk.
Uw buurman mag wel geen rechtsmisbruik plegen. Er is sprake van rechtsmisbruik als de verhoging geen nut heeft voor de buur en enkel gebeurt met de bedoeling om u, als buur, nadeel of schade te berokkenen. Bij misbruik van zijn recht mag uw buurman dus evenmin de gemene muur verhogen. U kunt dan een beroep doen op de vrederechter om dit te verbieden.
Nota: aangezien wij niet over meer concrete gegevens beschikken (nl. verkavelingsvergunning, woonplaats, …) kunnen we u enkel een algemeen antwoord geven op uw vraag.”