Gegoten kelder (Beantwoord op 30-01-2004)

Voor deze afmeting van kelder zijn dilatatievoegen niet absoluut noodzakelijk. Dilatatievoegen zijn immers voegen waarbij je het gebouw de mogelijkheid geeft om te bewegen, de wapening is dan volledig onderbroken, een rubber zorgt voor waterdichte aansluitingen. De kelder bevindt zich echter ondergronds, waar de temperatuurschommelingen zeer beperkt zijn, en er na uitharding van het beton weinig uitzetting kan gebeuren.

Belangrijk is echter wel het waterdicht houden van de stortvoegen. Dit zijn de verbindingen vloer-wand en de voegen tussen de verschillende stortfasen van de wanden.

Om de krimp van het beton (vooral de eerste 7 dagen) op te vangen en de waterdichtheid te behouden, kan je verschillende dingen doen:

1) Zorgen voor verbindingsdelen: dit kan een staalplaat zijn die tussen de wapening van de wanden op de storteinden is ingebracht (een klassieke maar doeltreffende methode = waterstop zoals u het noemt) of het aanbrengen van een rubber. Beide types kan je inderdaad onder meer bij Plakabeton aanschaffen, waar je ook een gedetailleerde uitleg over het gebruik van elk type kan krijgen.

2) Beperken van de stortoppervlakte: de vloerplaat kan je best in een keer storten, voor de wanden is een maximale lengte van 8 meter per stort aan te bevelen.

3) Zo lang mogelijk vrije krimp toelaten na het storten: dit betekent dat de wanden best afwisselend gestort worden. Je kan je kelderwand opdelen in stortfasen, waarbij je zorgt dat elke stortfase zo lang mogelijk aan 1 uiteinde vrij blijft en de eerste krimp daar vrij kan plaatsvinden.

4) Zorgen dat de verbindingen steeds zeer goed gereinigd worden en zuiver zijn alvorens de aansluitende stort uit te voeren

5) Ervoor zorgen dat de aansluitvlakken tussen 2 storten ruw zijn en een goede hechting toelaten.