Wij lieten een nieuwe woning bouwen in een verkaveling. Toen de Watermaatschappij (de VMW - naam ondertussen gewijzigd in De Watergroep) de woning wou aansluiten op de openbare waterleiding kwam deze tot de vaststelling dat er zich enkel een hoofdleiding bevindt aan de overzijde van de weg. Over de aanwezigheid en/of de ligging van een 'wachtbuis' onder de weg was noch de Watermaatschappij, noch de stedelijke dienst op de hoogte. Via de verkoper kon na enkele dagen de ligging van de wachtbuis aangeduid worden. Gezien deze wachtbuis zich echter niet loodrecht op de voorziene aansluiting in de woning bevindt wilde de watermaatschappij hier geen gebruik van maken en heeft de weg onderboord. De meerkosten hiervoor (1250 euro + BTW) werden verrekend aan de bouwheer. Dit probleem werd aangekaart bij de Technische Dienst van de Stad. De Technische Dienst en de bevoegde schepen 'beslisten' dat de meerkosten ten onrechte aan de bouwheer werden aangerekend en ten laste moesten vallen van de watermaatschappij (= De Watergroep). Zodoende werden de meerkosten aanvankelijk niet betaald door de bouwheer aan de Watergroep. De Watergroep startte echter een gerechtelijke procedure op (via een gerechtsdeurwaarder) om deze te innen. Dit bedrag werd uiteindelijk toch betaald 'onder voorbehoud van alle rechten en zonder nadelige erkentenis'. Alle partijen (de Watergroep - de Stad - de verkoper) waren het erover eens dat de bouwheer geen schuld betrof, gezien hij noch via de verkoopsovereenkomst noch via de stedenbouwkundige vergunning hiervan op de hoogte gebracht werd. Volgens de koopakte had hij 'bouwrijpe grond' gekocht. Toch bleef de Watergroep bij haar standpunt dat de bouwheer moest betalen en dat deze de betaalde som desgevallend zelf moest verhalen bij de 'verantwoordelijke', zonder deze te willen aanduiden. De notaris bij wie de koop werd verleid was van mening dat de verkoper deze kosten op zich moest nemen gezien hij 'bouwrijpe' grond had verkocht. Deze weigerde dit echter te doen, zich beroepende op de 'beslissing' van de stedelijke dienst. Via een advocaat werd dit probleem voorgelegd aan de Vrederechter waartoe naast de bouwheer ook de verkoper en de Watergroep werden opgeroepen. De Watergroep weigerde echter op deze zitting aanwezig te zijn. De vrederechter besliste dat deze zaak eerst moest voorgelegd worden aan de ombudsdienst van De Watergroep. De Watergroep heeft geen eigen ombudsdienst en verwijst hiervoor naar de Vlaamse Ombudsdienst aan wie de zaak dan ook werd voorgelegd. Deze kwam tot het 'verrassende' besluit dat de bouwheer en de architect bij het opmaken van de plannen reeds de watermaatschappij (idem voor de andere nutsvoorzieningen electriciteit en gas) hadden moeten contacteren. Ik wil geenszins de hete aardappel doorschuiven naar de architect. Ik zou echter wel graag weten of de architect inderdaad voor iedere nieuwe woning - ook in een recente verkaveling - moet nagaan of de nutsvoorzieningen voorzien zijn aan de kant van de woning.
BekijkFrans Castryck
BouwerLid sinds 19/02/2014
- 1 vraag gesteld
Geschiedenis
Onze toolbox
Vraag vrijblijvend offertes aan! Ontvang snel max. 4 offertes van vakmannen. Bespaar tijd én geld!
AanvragenMet premies en subsidies kan je flink besparen. Kijk waar jij recht op hebt.
ZoekenMet deze praktische digitale gidsen ben je meteen geïnformeerd en heb je een handige checklist bij de hand.
Aanvragen