De buren willen een afscheiding plaatsen op de perceelgrens. In de verkavelingsvoorschriften (uit 1977) staat dat alleen levende hagen van max 1,5 meter of palen van max 1,2 meter zijn toegestaan. Ik lees dat volgens het veldwetboek een afscheiding is toegestaan van 2 meter, eventueel met doeken.
Bijkomende kadering:
Op ongeveer 1,5 meter van de scheidingsgrens ligt sinds 8 jaar ons zwembad.
De buren hebben hun grond opgehoogd vanaf de scheidingsgrens met ongeveer 1,2 meter terwijl in de verkavelingsvergunning staat dat deze verhoging max 0,5 meter mag zijn, minstens op 0,5 meter van de grens. Dit was al zo toen we er kwamen wonen, maar deze afwijking is nergens schriftelijk vastgelegd (is denk ik al >30 jaar zo)
Enkele vragen:
-wat heeft er voorrang: het veldwetboek of de (oude) verkavelingsvergunning?
-mag er een afscheiding worden gezet op de scheiding, gezien de aanwezigheid van een (niet-vergunde) talud?
-is er een verjaring van die ophoging van de grond, of blijft dit illegaal en wat wat betekent dit naar eventuele aanplantingen daarop? Bvb. een haag op die talud, moet die talud dan in mindering komen, dus de haag mag max 0,8 meter zijn?
-doeken of planten op die geplande afscheiding, mag dit zomaar als er sprake zal zijn van schaduw op het (8 jaar oude) zwembad?
Bekijk