"Een expansievat met een voordruk van 1.5bar heeft geen enkele zin. Het zal altijd volledig gevuld blijven met water aangezien de pomp start en stopt bij 2 en 3.6 bar."
Wel ... think again ... Eerst wat achtergrondmuziek. Het vat bestaat uit 2 compartimenten met een maximum gezamenlijk volume. Het 1e bestaat uit de rubberen balg die met water wordt gevuld en in het sanitair leegloopt. Het 2e compartiment zit tussen de buitenkant van de balg en de binnenkant van het metalen drukvat; hierin zit de lucht. Bij oppompen via het ventiel komt de lucht onder druk en zet het luchtcompartiment uit. Deze druk duwt dan tegen de rubberen wand van het watercompartiment.
Een lagere voordruk (in het luchtcompartiment) betekent gewoon dat de tegendruk relatief lager is wanneer compartiment 1 weinig water bevat. De waterdruk komt dus beneden het inschakelmoment, en de pomp slaat aan. Bij het vullen van de balg met water wordt de lucht in compartiment 2 samengeperst. Daardoor neemt de druk tegen het watercompartiment toe. Er kan echter vanwege de lage lucht-voordruk meer water in de balg lopen voordat deze de uitschakeldruk van 3.6 bar bereikt.
Het is dus verstandig de voordruk 20% beneden de inschakeldruk van de pomp (standaard instelling 2 bar) te houden, op ongeveer 1.6 bar dus. Niet lager, want dan valt de waterdruk in compartiment 1 zelfs bij geringe waterafname reeds onder het inschakelmoment. De pomp slaat dan vaker aan. Maar als je de voordruk van de lucht te hoog zet, wordt de uitschakeldruk van de pomp door de hoge tegendruk reeds bereikt na weinig water-bijvullen. In dat geval minder beschikbare watervoorraad in de balg dus.
Ik heb overigens gemerkt dat je de voordruk best elke 6 maanden controleert en evtl. bijvult. (Eerst waterpomp uitschakelen en waterdruk aflaten door een kraan open te zetten).
Bekijk