Ytong bestaat in een aantal types en die krijgen een codering C#/*; op de plaats van de # staat een getal van 2 tot 5, de * staat voor een getal van 300 tot 650. Dat laatste getal geeft de volumemassa aan. Daar hangt ook de maximale belasting mee samen.
En elk van die types heeft dan ook zijn eigen specifieke warmtegeleidingscoëfficiënt (λ-waarde).
De beste waarde is daar 0.080 W/mK. Dat is voor het minst draagkrachtige blok. Al die dingen kun je nalezen op de technische fiche van Ytong:
In die fiche hebben ze ook al de U-waarde berekend voor een aantal typeoplossingen. Een wand van 24 cm Ytong haalt daar in het beste geval een U-waarde van 0.31 W/m²K. De huidige norm voor nieuwbouw is een U-waarde van 0.24 W/m²K:
De isolatiewaarde kun je berekenen. Die wordt uitgedrukt in een R-waarde en de R-waarde is de dikte van het materiaal in meter gedeeld door de warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal (l-waarde).
De l-waarde van de meest gebruikelijke isolatiematerialen kun je terugvinden op deze site:
De isolatiewaarde van een wandopbouw (muur, dak, vloer, …) wordt vaak uitgedrukt in een U-waarde. U = 1/R
De rest is eigenlijk algebra maar hier nog even na mekaar:
R = warmteweerstand (m²K/W) hoe hoger hoe beter
U = warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m²K) hoe lager hoe beter
d = dikte uitgedrukt in meter (m)
l = lambda-waarde warmtegeleidingscoëfficiënt (W/mK) hoe lager hoe beter
Als we gaan rekenen naar 1 laag kunnen we deze formules gebruiken:
R = d / l
d = R x l
l = d / R
U = l / d
d = l / U
l = U * d
De R-waarden kun je rekenkundig optellen en aftrekken.
De U-waarde van de wand is nu 0.31 W/m²K. Dat komt dus overeen met een R-waarde van 1/U = 1/0.31 » 3.23 m²K/W.
De R-waarde die je voor nieuwbouw moet realiseren is 1/0.24 » 4.17 m²K/W.
Ten opzicht van de bestaande wand zou je dus nog op zoek moeten gaan naar een bijkomende R-waarde van 4.17-3.23 = 0.94.
Met een polystyreenisolatie met een λ-waarde van 0.036 W/mK heb je daar dus een dikte van 0.94 * 0.036 = 0.034 meter of, afgerond naar boven 3.5 cm.
De huidige norm van de Vlaamse overheid blijft behouden tot zeker 2021 wanneer we naar Bijna-energie-neutrale woningen moeten gaan. Maar je kunt natuurlijk altijd beter doen. Voor laag-energie-woningen schuiven we een U-waarde van 0.20 W/m²K naar voor terwijl je voor passiefconstructies zelfs naar 0.15 W/m²K gaan.
Als je die 3.5 cm als buitengevelisolatie zou toepassen lijkt het logisch om direct naar een betere isolatiewaarde te streven dan de wettelijke norm. Die extra centimeters isolatie gaan niet de grote meerkost zijn.
Bijkomend isoleren van gevelwanden doe je best aan de buitenzijde. Dan kun je koudebruggen beter opgelost of vermeden worden.
Er is Vlaamse wetgeving die toestaat om de bouwlijn met 14 cm te overschrijden om bijkomend te isoleren.
Het plaatsen van een gevelsteen als regen- en windbescherming is dan weer een erg dure oplossing. Die gevelsteen moet ook gefundeerd worden. Dat houdt ook in dat er aanzienlijke graafwerken moeten uitgevoerd worden.
Je kunt tegen de bestaande wand een keperwerk (laten) plaatsen en de ruimte tussen de kepers opvullen met isolatie. Tussen houtstructuren werken we met flexibele materialen: minerale wol, houtwol, vlas, hennep, … De rest van de constructie is dan een onderdakfolie of -plaat aan de buitenzijde als regendichting + latwerk + afwerking naar keuze: plaatmateriaal, hout, metaalbekleding, …
Dit kun je ook met cellulose-isolatie laten uitvoeren. Dan wordt na de draagstructuur eerst de onderdakfolie of –plaat geplaatst waarna de ruimte tussen de draagstructuur wordt ingeblazen met de cellulosevlokken.
Met stijve isolatieplaten kun je de platen tegen de wand gaan klemmen met een klemlat. Vanop die lat kun je dan verder met de buitenafwerking zoals hierboven.
Een veel gebruikte oplossing is het plaatsen van een isolatielaag die afgewerkt wordt met een pleisterlaag (wat we doorgaans crepi noemen).
Het klassieke materiaal waarop deze pleisterwerken geplaatst worden is polystyreen-isolatie maar de meeste firma’s bieden ook rotswolisolatie met hoge densiteit aan.
Het kan ook met bio-ecologische materialen. Dan kom je al snel uit op houtwolisolatie (Pavatex, Gutex, Steico, …) die geschikt is voor gebruik buiten en bepleisterd kan worden.
Een tussenoplossing is het gebruik van een polystyreen die aangemaakt is uit biologische grondstoffen. Dat blijft een chemisch product maar de oorsprong is wel biologisch. Een Nederlandse firma is bvb .
Zonder het vervangen van het schrijnwerk ga je rond de ramen koudebruggen (bruggetjes) krijgen maar doordat je wanden al in Ytong zijn uitgevoerd is dat in deze situatie niet zo erg.
Welke oplossing er ook wordt gekozen, raadpleeg altijd de technische dienst van je gemeente.
Het eventueel risico op inwendige condensatie kan voor elke uitvoering nagekeken worden met deze on-line toepassing. Weliswaar in het Duits en je moet je wel (gratis) registreren: