Voor installaties van voor 1981:
“In afwijking van de voorschriften van punt a. van onderafdeling 4.2.4.3. is het toegelaten, in de droge lokalen
gekenmerkt door de uitwendige invloeden AD1, BB1 en BC1, de massa’s van vaste verlichtingstoestellen van de
klasse I, met lamphouders die niet over een beschermingsgraad van ten minste IPXX-B beschikken, niet te ver-
binden met de beschermingsgeleider van de elektrische leiding.
In afwijking van de voorschriften van onderafdeling 5.2.1.3. en de laatste alinea van onderafdeling 5.4.3.6. is
het toegelaten elektrische leidingen in dienst te laten die geen beschermingsgeleider bevatten op voorwaarde
dat zij niet bestemd zijn om een vast of vast opgesteld toestel van de klasse I te voeden.
Het is eveneens toegelaten een beschermingsgeleider in dienst te laten die zich buiten de elektrische leiding
bevindt.
Het is toegelaten de beschermingsgeleider te installeren buiten de elektrische leidingen, daar waar het niet
mogelijk is deze beschermingsgeleider in de bestaande buizen te trekken“.