Anhydriet is een bindmiddel (de Egyptenaren kenden dat reeds) als alternatief voor cement. Dat bestaat in 3 soorten en wordt in Nederland en Duitsland geproduceerd. De samenstelling van de chape op basis van dit of gene anhydriet bepaalt of er op die vloeichape ja dan niet een sinterhuid (heeft meerdere namen) wordt gevormd. Indien wel, dan moet die er snel af om de droging van de chape niet tegen te houden; indien niet, dan wordt die chape niet geschuurd en mag soms zelfs niet. In beide gevallen wordt op de chape een dispersiemiddel aangebracht en voor de betegeling een aanpepaste alfahalflhydraat lijm gebruikt.
Loskomen van de toplaag kan niet. De informant bedoelde het verschijnsel van het loskomen van de betegeling tussen de chape en de tegels, niet het loskomen van de chape zelf. Wat wel mogelijk is dat de chape zichzelf kan ontbinden; die is immers gevoelig voor vocht en te hoge temperaturen. De tegels kunnen inderdaad loskomen en opwelven als de regels van de kunst bij de plaatsing niet werden gevolgd. Een anhydriet chape is calciumsulfaatgebonden, wordt zo snel mogelijk gedroogd, ja dan niet geschuurd, primer, en dan betegeld met compatiebele lijm. In het ander geval zal er ettringiet gevormd worden; dat is Candlot zout dat expandeert en zo de tegels naar boven duwt. Dat chemisch fenomeen beschadigt de chape zelf niet : het is een reactie van het gebruik van niet compatiebele materialen.
Een anhydriet, lees calciumsulfaatgebonden, vloeichape is niet bedoeld om kosten te besparen, integendeel, de betegeling is stukken duurder : reken alles samen en je komt aan minstens het dubbele van de prijs, alleen al aan bouwmaterialen, plus de extra werkuren.
Zeer beknopte samenvatting, waardoor ook niet helemaal volledig.
jp