Voor een mooie kleurrijke tuin zijn bloembollen onontbeerlijk. Het planten ervan is bovendien vrij eenvoudig. Maar er zijn wel enkele spelregels aan verbonden. Deze lees je hier.
Materiaal: | Gereedschap: |
---|---|
|
|
Stap 1: voorjaars- of zomerbloeier?
- Voorjaarsbloeiers als onder meer tulpen, narcissen, hyacinten en krokussen plant je in de herfst.
- Plant deze bollen niet als de vorst al in de grond zit of als deze kletsnat is.
- Zomerbloeiers als begonia’s en dahlia’s houden van warme en vochtige omgevingen en zijn niet winterhard. Deze plant je het best in de lente, als de grond een temperatuur van om en bij de 10 graden heeft.
Stap 2: grondwerken
- Plant je de bollen in een pot of bak? Voorzie dan dat overtollig water gemakkelijk weg kan door gaten te maken in de onderkant. Dit is cruciaal voor de gezondheid van de wortels.
- Dek het drainagegat vervolgens af met scherven of kiezels.
- Gebruik voor bollen in bakken of potten, grond die je kan kopen in de handel. Deze is ziektevrij en minder vast dan grond uit de tuin.
- Als je de bollen in volle grond plant, doe je er goed aan om de grond luchtig te maken door bijvoorbeeld te harken. Verwijder onkruid en kleine stenen.
- Plaats de bollen ook niet onderaan een heuvel of een plek waar het water slecht weg kan. Anders riskeer je dat ze gaan rotten.
Stap 3: bollen planten
In potten en bakken
- De vuistregel luidt: plant de bol twee maal zo diep als de bol hoog is. De minimumdiepte bedraagt 5cm.
- Plant de bollen ook niet te dicht op rand van de pot of bak. Zo hebben ze minder last van vorst.
- Vul de pot een kwart of tot eenderde met grond en plaats de bol met de puntige kant naar boven.
- Vervolgens voeg je grond toe tot één cm onder de rand, zodat je efficiënt water kan geven.
Bollen planten in volle grond
- Bloembollen groeien in zowat elke omgeving. Uitgezonderd in een extreem natte grond.
- Alle bolgewassen houden van een plekje op een zonnige tot half beschaduwde plaats. Krokussen en tulpen hebben zelfs extra veel zon nodig.
- Ook hier geldt: twee maal zo diep planten als de bol hoog is. De minimumdiepte bedraagt 5cm.
- De onderlinge afstand is ook afhankelijk van de soort. Raadpleeg hiervoor de verpakking.
- Plant zomerbloeiers liever wat dichter onder de oppervlakte. De grond is hier warmer en dat weten ze enorm te appreciëren.
- Plaats (niet duwen) de bol zachtjes in de grond met de puntige kant naar boven.
- Je kan ook bloembollen in het gras planten. Maak een opening in het gras, plaats de bollen erin en bedek ze vervolgens weer. Je kan de bollen in rijen en patronen plaatsen om een knap effect te verkrijgen. Uiteraard wel opletten als je de grasmaaier weer bovenhaalt.
Stap 4: bollen verwijderen
- Dit verschilt van soort tot soort. Sommige soorten als de boshyacint en het sneeuwklokje verwilderen. Als je deze laat zitten, krijg je er jaar na jaar meer van.
- Andere soorten laat je afsterven om ze in juni te rooien. Zet ze droog, donker en niet te warm weg. In het najaar kan je ze weer planten.
- De knollen van zomerbloeiers moet je jaarlijks uitdoen, zodat ze niet bevriezen.
- De meeste voorjaarsbloeiers mag je in de grond laten zitten en zullen het jaar erop weer bloeien. Wel zal de bloeikwaliteit in de loop der jaren afnemen. Als ze er echt niet meer uitzien, schoffel je ze om en plant je er andere.