Een haard of kachel is een gezellige verwarmingsbron. Je moet wel goed nadenken over welke houtsoorten je erin opstookt en hoe je die opslaat. Want dat is een vereiste voor een optimale en gezonde werking van de kachel of haard.
Materiaal: | |
---|---|
|
Stap 1: hout selecteren
- Het soort hout dat je gebruikt, heeft een grote invloed op de kwaliteit van de verbranding en de warmteopwekking van je kachel of haard. We onderscheiden:
Hard- en zachthout
- Wat warmteafgifte betreft zijn er nauwelijks verschillen tussen hardhout (beuk, eik, meranti,…) en zachthout (berk, els, linde,…). Maar toch kiezen de meeste mensen voor hardhout voor de mooie vlammen en de lange brandduur.
- Zachthout brand sneller weg en zal je dus vaker moeten aanvullen. Anderzijds is het ook goedkoper.
- Heb je een accumulerende kachel waarin je slechts enkele uren hout moet verbranden om dan een hele dag van de warmteafgifte te genieten, dan is zachthout net zo goed als hardhout.
- Heb je een gewone kachel, die je de hele tijd moet blijven bijvullen, dan is hardhout praktischer.
Naald- en loofhout
- In een kachel kan je naald- en loofhout stoken. Voor een open haard geniet loofhout de voorkeur, uit veiligheidsoverwegingen.
- Naaldhout gaat bij verbranding sissen en knetteren, door de grotere ophoping van houtgassen in het hout. Bovendien kunnen sommige houtdeeltjes dan ook wegspatten waardoor ze in een open haard tot brandgevaarlijke situaties kunnen leiden.
- Let ook op met harsrijk naaldhout. Dit type hout veroorzaakt meer roetafzetting in de schoorsteen en geeft vonken bij verbranding.
- Loofhout laat vlugger houtgassen vrij, zodat er tijdens het stoken nog maar zelden houtdeeltjes knetteren en wegspatten.
- Voor de open haard gebruik je best loofhout dat bovendien rustig brandt, zoals beuk of hout van fruitbomen.
- Naaldhout brandt minder lang dan loofhout, maar ook wilg en populier branden relatief kort.
Warme of mooie verbranding
- Wil je vooral een hoge stralingswarmte, dan zijn beuk, es, acacia en hout van fruitbomen absolute aanraders. Van al het hout uit onze streken, heeft haagbeuk het grootste calorisch vermogen, dus ook de grootste warmteafgiftecapaciteit.
- Geef je meer om het spektakel van de vlammen dan om de warmte zelf, dan moet je es of eik stoken. Die houtsoorten hebben een afwisselende, knetterende verbranding.
Lange of korte brandduur
- Zoals je al kon lezen brandt hardhout langer dan zachthout en naaldhout minder lang dan loofhout. Hier een overzicht van welke bij ons aanwezige houtsoorten het langst en het minst lang branden.
- Appel (brandt het langst)
- Haagbeuk
- Beuk
- Peer
- Eik
- Berk
- Es
- Notenboom
- Plataan
- Esdoorn
- Els
- Wilg
- Grove den
- Populier
- Spar (brandt het minst lang)
Zoals dat ook geldt voor andere afvalmaterialen als papier, karton of plastic is het af te raden behandeld hout (bijvoorbeeld overschot van afbraakwerken) te verbranden omdat hierbij stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Bovendien kan je verzekering zich terugtrekken bij een brand als blijkt dat je met behandeld hout gestookt hebt.
Spaanderplaat, hardboard, multiplex, en gebeitst, geïmpregneerd, geverfd of anders behandeld hout hoort daarom niet thuis in een houtkachel. Ook nat hout is taboe. Met vochtig hout krijg je een onvolledige verbranding en komen er schadelijke stoffen vrij. Bovendien geeft nat hout minder warmte af dan droog hout omdat een deel van de warmte gebruikt wordt om het vocht te laten verdampen.
Briketten en pellets
- In plaats van zelf verzameld of gekocht brandhout kan je ook briketten stoken. Die heb je in verschillende variaties.
- Zaagselparaffinebriketten: deze bestaan uit een mengsel van zaagsel en paraffine. Hierdoor ontstaat een betere verbranding. Ze zijn makkelijk aan te steken en branden lang.
- Bruinkoolbriketten: deze briketten van samengeperste bruinkool branden snel en lang, maar zijn belastend voor het milieu vanwege de uitstoot van onder andere stikstofoxiden, roet en fijnstof.
- Houtbriketten: samengeperste houtvezels en houtkrullen. Interessant door hun langzame verbranding en milieuvriendelijke karakter.
- Houtpellets: samengeperste korrels op basis van houtafval. Om deze korrels te kunnen verbranden, heb je wel een speciale pelletkachel nodig.
Stap 2: hout opslaan
- Heb je hout zelf verzameld, stapel het dan op in een droge, maar goed verluchte plek, zoals een schuur of een afdak tegen het huis.
- Je kan de verluchting bevorderen door bij het stapelen enkele openingen te laten.
- Laat vers hout zeker twee jaar drogen. Daarna verplaats je het naar een nog meer beschutte plaats, waar helemaal geen regen bij kan. Leg het bij voorkeur op paletten, zodat er aan de onder kant lucht aan kan en er geen water van de grond in het hout kan trekken.
- Ook gekocht brandhout moet je onmiddellijk op een droge tegen regen beschutte plek opslaan. Daarom koop je brandhout ook best aan in de zomer…
Stap 3: hout stoken
- Gebruik kleine stukjes hout en enkele aanmaakblokjes om het vuur te starten.
- Als het vuur brandt, leg je grotere stukken hout bovenop het vuur. Overdrijf niet zodat het vuur voldoende zuurstof heeft om aan te groeien.
- Als de rook die van het vuur komt nagenoeg onzichtbaar is, heb je een optimale verbranding.
- Leg indien nodig hout bij op het vuur. Ga hierbij rustig te werk.