Verven in de badkamer is niet zo evident als op het eerste zicht lijkt. De verf moet jarenlang afrekenen met waterdamp, condensatie en waterspatten. Lees daarom hier waar je op moet letten als je je badkamer verft.
Materiaal om badkamer te verven
Pleisterwerk, wandtegels, gipskarton. Ze kunnen allemaal in de badkamer. In het geval van gipskartonplaten is het belangrijk dat ze vochtwerend zijn. De waterafstotende kwaliteit van deze platen is van cruciaal belang. Denk er ook aan dat het niet de bedoeling is dat dergelijke gipsplaten permanent in contact komen met vocht.
Primer
- Op nieuwe ondergronden is een primer een must. Ook als je bestaand schilderwerk hier en daar wat bijwerkt of herstelt, gebruik je best een primer. Let er op dat je de juiste soort kiest. Op pleisterwerk voldoet een gewone primer voor binnenmuren. Kies voor watervast gipskarton en een solventgedragen muurprimer die je binnen mag gebruiken.
- Verlucht de ruimte goed als je de primer aanbrengt, want er komen minder aangename dampen vrij. Werk ten slotte af met muurverf.
- Ook als je wandtegels oververft, is een primer nodig. Neem een speciale primer voor gladde oppervlakken die je daarna afwerkt met lakverf. Voor de renovatie van wandtegels kan je een verfsysteem toepassen op het gedeelte buiten de douchecel, maar voor het gedeelte binnen de douchecel is opnieuw betegelen de beste oplossing.
Verfsoort kiezen
Kijk voor de muur- en plafondverf eerst op de verpakking of de verf aanbevolen wordt voor badkamers. Dan ben je zeker dat ze waterbestendig is. Ook zijdeglansverf is goed, die kan je zonder probleem afwassen. Deuren, ramen, houten plinten, badkamerkastjes en radiatoren in de badkamer kan je verven met lakverf en eveneens een primer. Bij oppervlakken uit ferrometaal (bv. radiator) in de badkamer moet je een roestwerende primer voorzien.
Niet verven in de douchecel
Je douchecel zelf verf je best niet. De verf kan er onvoldoende weerstand bieden aan de hete dampen. Dat komt de duurzaamheid van de verf niet ten goede.